De voorbelastingsinstelling voor de voor- en achtervering moet worden aangepast aan het lichaamsgewicht van de bestuurder en de lading. Deze afstelling moet worden uitgevoerd voordat er met de motorfiets wordt gereden en nadat het totaalgewicht van het voertuig (na toevoeging van zadeltassen, etc.) is veranderd.
De dempingsinstelling is in de fabriek afgesteld voor een gemiddelde bestuurder onder normale rijomstandigheden. De bestuurder kan de instelling aanpassen om te compenseren voor de eigen rijstijl en variƫrende wegcondities.
Het bekijken en wijzigen van de demping van de ingaande en uitgaande slag is een zeer subjectief proces, met vele variabelen. Wijzigingen dienen goed te worden uitgedacht.
Veranderingen in belasting
Bij wijzigingen in de belasting moet de instelling van de voorbelasting worden gewijzigd. Als er minder gewicht wordt gedragen dan bij het instellen van de vering het geval was, moet de voorbelasting worden verminderd. Bij een toename in de belasting moet de voorbelasting verhoogd worden.