OPMERKING
Ga voorzichtig te werk bij het reinigen van instrumentoppervlakken om krassen te voorkomen. Sommige motorfietsmodellen kunnen zijn voorzien van acryloppervlakken.
Snelheidsmeter
WAARSCHUWING
Rijd met een snelheid die geschikt is voor het wegdek en de omstandigheden en rijd nooit sneller dan de aangegeven maximaal toegestane snelheid. Wanneer u te snel rijdt, kunt u de controle over de motor verliezen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00008a)
Zie Afbeelding 1. De snelheidsmeter geeft de voorwaartse snelheid aan in mijlen per uur (Amerikaanse modellen) of kilometers per uur (km/u).
De achtergrondverlichting van het instrumentenpaneel wordt na een korte vertraging geactiveerd. De achtergrondverlichting kan kort fluctueren als het omgevingslicht verandert (zoals bij het rijden door een tunnel).
Toerenteller
MEDEDELING
Zie AANBEVELINGEN VOOR BEDIENING. Laat de motor niet met een hoger toerental draaien dan staat aangegeven onder BEDIENING (rood gebied op toerenteller). Laat het toerental dalen door naar een hogere versnelling te schakelen of gas te verminderen. Indien het toerental niet wordt verlaagd, kan de motor beschadigd raken. (00159a)
Zie Afbeelding 1. De toerenteller geeft het aantal omwentelingen per minuut van de motor aan (omw/min x 100).
Brandstofmeter
Zie Afbeelding 1. De brandstofmeter geeft ongeveer aan hoeveel brandstof er nog in de brandstoftank aanwezig is.
Voltmeter
Zie Afbeelding 1. De voltmeter geeft de gemeten spanning van het elektrische systeem aan. Bij een toerental van meer dan 1500 omw/min moet de voltmeter 13,0-14,5 V aangeven bij een volle accu.
1Brandstofmeter
2Snelheidsmeter
3Toerenteller
4Voltmeter
5Laag brandstofniveau
6Richtingaanwijzer
7Oliedruk
8Kilometertellerscherm
9Controlelampje versnelling
10Neutraalstand
11Motorcontrole
12Cruise-control
13Alarmlamp
14Grootlicht
15ABS (met km/h ABS-pictogram)
16Niet gebruikt
17Accuontlading
18Lichtsensor
19Lamp lage bandenspanning/TPMS-storing
20Niet gebruikt
Afbeelding 1. Instrumenten en controlelampjes