Afstandsbedieningstoewijzing
Zie Afbeelding 1. Afstandsbedieningen worden door een Harley-Davidson-dealer elektronisch aan het alarmsysteem toegewezen, waardoor de motorfiets het unieke signaal van een afstandsbediening kan herkennen. Er kunnen slechts twee afstandsbedieningen op een gegeven moment toegewezen worden.
U kunt vervangings-afstandsbedieningen bij een dealer kopen, maar deze kunnen echter alleen aan de motorfiets toegewezen worden door een getrainde Harley-Davidson monteur.
OPMERKING
- Het serienummer van de afstandsbediening is vermeld op de voor hergebruik geschikte sticker op de verpakking van de afstandsbediening. Bevestig deze sticker voor later gebruik op een blanco 'AANTEKENINGEN' pagina in de gebruikershandleiding.
- Het serienummer van de afstandsbediening is tevens aan de binnenzijde van de afstandsbediening vermeld. Zie ALARMSYSTEEM → Afstandsbedieningsbatterij.
- De module zal zich slechts inschakelen als de afstandsbediening door een Harley-Davidson-dealer toegewezen is en een persoonlijk identificatienummer (pincode) in het systeem ingevoerd is. De pincode dient op de pagina 'persoonlijke informatie' vooraan in deze gebruikershandleiding en op de verwijderbare portefeuillekaart genoteerd te worden.
- Mocht de bestuurder de afstandsbediening ergens hebben laten liggen of mocht de afstandsbediening niet werken, dan kan de bestuurder met de pincode op de portefeuillekaart het systeem handmatig uitschakelen. Zie ALARMSYSTEEM → In- en uitschakelen en ALARMSYSTEEM → Storingen oplossen.
- De pincode kan door de bestuurder op elk moment eenvoudig gewijzigd worden. Zie ALARMSYSTEEM → Persoonlijk identificatienummer (pincode).
Rijden met een afstandsbediening
- Draag de afstandsbediening altijd bij u tijdens het rijden, beladen, tanken, verplaatsen, parkeren of onderhouden van de motorfiets. Draag de afstandsbediening in een geschikte jas- of broekzak.
- Laat de afstandsbediening niet aan het stuur bevestigd zitten en berg hem ook niet op in de bagageruimte. Als de afstandsbediening tijdens het parkeren per ongeluk op de motorfiets achtergelaten wordt, kan het systeem de ontsteking niet uitschakelen en het alarm niet activeren. Als het contactslot is ontgrendeld, kan het contactslot in de stand IGN (ontsteking) worden gezet en kan de motor worden gestart.
- Rijd niet met een in een metalen doos opgeborgen afstandsbediening of met de afstandsbediening op minder dan 76 mm (3.0 in) afstand van een mobiele telefoon, PDA, display of ander elektronisch apparaat. Elke vorm van elektromagnetische storing kan voorkomen dat de afstandsbediening het systeem uit kan schakelen.
- Voor extra beveiliging dient u bij het parkeren altijd de voorvork te vergrendelen en de sleutel te verwijderen. Indien de afstandsbediening binnen zendbereik is en de motorfiets niet op slot gezet is, zal knoeien met de motorfiets het alarm niet activeren.
Rijden zonder afstandsbediening
Als u zonder de afstandsbediening rijdt, zal op het kilometertellerscherm de melding 'No Fob' (geen afstandsbediening) verschijnen vijf seconden nadat de snelheid 8 km/h (5 mph) heeft overschreden. Als de motorfiets wordt gestopt en het contactslot in de stand OFF (uit) wordt gezet, moet een pincode worden ingevoerd om het alarmsysteem te deactiveren en de motorfiets opnieuw te starten.
Afbeelding 1. Afstandsbediening: Alarmsysteem