In koudere klimaten moet de motorolie vaker ververst worden. Als de motorfiets vaak voor ritten van minder dan 24 km (15 mi) gebruikt wordt bij een omgevingstemperatuur van minder dan 16 °C (60 °F) moet de olie om de 2.400 km (1500 mi) ververst worden.

Waterdamp is een normaal nevenproduct bij de verbranding in een motor. Bij gebruik in koud weer, condenseert een deel van de waterdamp tot water op de koele metalen oppervlakken in het motorblok. Bij vorst verandert dit water in sneeuwbrij of ijs. Op den duur kan opgehoopte sneeuwbrij of ijs de olieleidingen blokkeren waardoor de motor beschadigd raakt.

Indien de motor regelmatig tot de bedrijfstemperatuur wordt opgewarmd, verdampt het grootste deel van dit water weer en wordt het uit de carterontluchting de motor geblazen.

Indien de motor niet vaak draait en niet tot de bedrijfstemperatuur wordt opgewarmd, zal de hoeveelheid water groter worden en zal het water met motorolie worden vermengd tot een ijsbrij die schadelijk is voor de motor.