Type

Uw motorfiets is uitgerust met een Absorbed Glass Mat (AGM)-accu. De AGM-accu is een permanent afgedichte, met een klep geregelde, onderhoudsvrije lood/calciumaccu gevuld met zwavelzuur. Alle accu’s worden opgeladen verzonden en kunnen direct worden geïnstalleerd. De accu’s mogen onder geen enkele voorwaarde worden geopend.

Tabel 1. Tegengif voor accuzuur

CONTACT	BEHANDELING
Extern	Afspoelen met water.
Intern	Grote hoeveelheden melk of water drinken, gevolgd door magnesiumoxide, plantaardige olie of geklopte eieren. Roep onmiddellijk medische hulp in.
Ogen	Afspoelen met water. Roep onmiddellijk medische hulp in.

WAARSCHUWING

Accu's bevatten zwavelzuur, dat ernstige brandwonden aan ogen en huid kan veroorzaken. Draag gezichtsbescherming, rubber handschoenen en beschermende kleding wanneer u met accu's werkt. HOUD ACCU'S UIT DE BUURT VAN KINDEREN. (00063a)

WAARSCHUWING

Explosief waterstofgas, dat tijdens het laden ontsnapt, kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Laad de accu op in een goed geventileerde ruimte. Houd open vuur, elektrische vonken en met roken samenhangende materialen uit de buurt van accu's. HOUD ACCU'S UIT DE BUURT VAN KINDEREN. (00065a)

WAARSCHUWING

Accu's, accupolen, aansluitpunten en hiermee samenhangende accessoires bevatten lood en loodhoudende onderdelen. Dit zijn chemicaliën waarvan bij de staat Californië bekend is dat deze kanker, geboorteafwijkingen of andere nadelige effecten op de voortplanting veroorzaken. Was uw handen nadat u een van deze onderdelen hebt aangeraakt. (00019e)

WAARSCHUWING

Verwijder nooit de waarschuwingssticker van de accu. Als niet alle voorzorgsmaatregelen in de waarschuwing worden doorgenomen en begrepen, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00064b)

1	De inhoud is corrosief
2	Draag een veiligheidsbril
3	De inhoud is explosief
4	Uit de buurt van open vuur houden
5	Lees de instructies
6	Uit de buurt van kinderen houden

Afbeelding 1. Waarschuwingssticker op accu

Afbeelding 2. Waarschuwingssticker op accu

Voltmetertest

De voltmetertest geeft een algemene aanwijzing over de toestand van de accu. Controleer de accuspanning om na te gaan of de accu volledig opgeladen is. Indien de aflezing bij een onderbreking (ontkoppeld) lager is dan 12,7 V, laad de accu dan op en controleer de spanning opnieuw, nadat de accu een of twee uur heeft gestaan. Zie Tabel 2.

Tabel 2. Voltmetertest

AFLEZING (VOLT)	LADINGSPERCENTAGE
12,7	100
12,6	75
12,3	50
12,0	25
11,8	0

Reinigen en inspecteren

De bovenkant van de accu moet schoon en droog zijn. Door vuil en accuzuur bovenop de accu kan de accu zichzelf gaan ontladen.

Maak de bovenzijde van de accu schoon.
Reinig de kabelstekkers en accupolen met een staalborstel of fijn schuurpapier om alle oxidatie te verwijderen.
Inspecteer en reinig de accuschroeven, klemmen en kabels. Controleer op barsten, loszittende aansluitingen en corrosie.
Controleer de accupolen op smelten of beschadigingen veroorzaakt door te strak aanhalen.
Inspecteer de accu op verkleuring, een verhoogde bovenzijde of een vervormd huis. Dit kan aangeven dat de accu bevroren, oververhit of te sterk opgeladen is geweest.
Controleer het accuhuis op scheuren en lekkages.

Laden

Een automatische, constant controlerende acculader/tender met een laadstroom van 5 A of minder bij minder dan 14,6 V. Het gebruik van acculaders met constante laadstroom (inclusief druppelladers) voor het opladen van afgedichte, AGM-accu’s wordt niet aangeraden. Door de accu te lang te laden, zal deze uitdrogen en een verkorte levensduur hebben. Lees altijd eerst de instructies van het laadapparaat, voordat u een accu oplaadt. Lees behalve de instructies van de fabrikant ook onderstaande algemene voorzorgsmaatregelen.

Laad de accu indien sprake is van een van de volgende omstandigheden:

De lampen branden niet fel.
De startknop klinkt zwak.
De accu is gedurende langere tijd niet gebruikt.

WAARSCHUWING

1.	Voer een voltmetertest uit om na te gaan hoever de accu is geladen. Indien de accu moet worden geladen, ga dan verder met de volgende stap.
2.	Plaats de accu op een vlakke ondergrond. OPMERKING Gebruik geen laadapparaat met een overmatig hoge spanning ontworpen voor flooded accu’s of met een overmatig hoge stroomsterkte ontworpen voor veel grotere accu’s. Het laden moet beperkt blijven tot 5 ampère bij maximaal 14,6 volt. De meeste automatische, constant controlerende acculaders werken volledig automatisch en kunnen aangesloten blijven op zowel netstroom als de accu die wordt opgeladen. Wanneer u dit type lader langere tijd aangesloten houdt, controleer regelmatig of de accu niet te heet wordt. Dit kan erop duiden dat de accu een zwakke cel of inwendige kortsluiting heeft. Lees de instructies van de fabrikant van de lader die u gebruikt.
	WAARSCHUWING Trek de stekker van het laadapparaat uit het stopcontact of zet het apparaat UIT, alvorens de kabels ervan op de accu aan te sluiten. Indien de kabels worden aangesloten terwijl het laadapparaat AAN staat, kan dit een vonk opwekken, waardoor de accu explodeert, met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00066a) WAARSCHUWING Sluit eerst de pluskabel (+) van de accu aan. Mocht de pluskabel (+) in contact komen met massa terwijl de minkabel (-) nog is aangesloten, dan kan de accu door de vonken die dan ontstaan, exploderen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00068a) WAARSCHUWING Koppel eerst de minkabel (-) van de accu los. Mocht de pluskabel (+) in contact komen met massa terwijl de minkabel (-) nog is aangesloten, dan kan de accu door de vonken die dan ontstaan, exploderen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00049a) MEDEDELING Wissel de aansluitingen van het laadapparaat in de volgende stappen niet om. Gebeurt dit wel, dan kan het laadsysteem van de motor worden beschadigd. (00214a)
3.	Sluit de rode kabel van het laadapparaat aan op de pluspool (+) van de accu.
4.	Sluit de zwarte kabel van het laadapparaat aan op de minpool (-) van de accu. OPMERKING Indien de accu zich nog in de motor bevindt, sluit de minkabel dan aan op de framemassa. De ontsteking en alle elektrische accessoires moeten zijn uitgeschakeld.
5.	Ga uit de buurt van de accu staan en schakel het laadapparaat in.
	WAARSCHUWING Trek de stekker van de acculader uit het stopcontact of zet het apparaat uit (OFF), alvorens de kabels ervan los te koppelen van de accu. Als de klemmen worden losgemaakt terwijl het laadapparaat op ON (aan) staat, kan dit een vonk opwekken, waardoor de accu explodeert, met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00067a)
6.	Zet, wanneer de accu volledig is opgeladen, de lader UIT en ontkoppel de zwarte acculaderkabel van de minpool (-) van de accu.
7.	Maak de rode kabel van het laadapparaat los van de pluspool (+) van de accu.
8.	Noteer de oplaaddatum op de accu.

Opslag

Indien de motor enkele weken niet gebruikt zal worden, bijvoorbeeld tijdens de wintermaanden, haal de accu dan uit de motorfiets en laad hem volledig op.

Indien de motorfiets wordt opgeslagen met geïnstalleerde accu, dan moet een constant monitorende acculader of tender worden aangesloten om de accu in geladen toestand te houden. Vraag een erkende dealer om meer informatie.

Een accu die uit het voertuig is verwijderd, wordt aangetast door zelfontlading. Een accu die in het voertuig wordt bewaard, wordt zowel aangetast door zelfontlading en, in hogere mate, parasitaire ladingen. Parasitaire ladingen worden onder andere veroorzaakt door lekkende diodes of het in stand houden van het computergeheugen terwijl het voertuig is afgezet.

Accu’s ontladen zichzelf sneller naarmate de omgevingstemperatuur hoger is.
Sla de accu op in een koele, droge plaats om de zelfontlaadsnelheid te verlagen.
Laad de accu iedere twee weken als deze in het voertuig wordt bewaard.
Laad de accu eenmaal per maand als deze buiten het voertuig wordt bewaard.

1	Inhoud
2	Maanden niet gebruikt
3	Gemeten bij 40 °C (105 °F)
4	Gemeten bij 25 °C (77 °F)

Afbeelding 3. Effectieve snelheid van temperatuur op snelheid van zelfontlading van accu