Speciale gereedschappen
BeschrijvingOnderdeelnummerAant.
RIEMSPANNINGSMETER
HD-35381-A
1

OPMERKING
Gebruik altijd de RIEMSPANNINGSMETER (Onderdeelnummer:HD-35381-A) om de riemdoorbuiging te meten. Vertrouw niet op uw 'gevoel' omdat dit kan leiden tot onvoldoende gespannen riemen. Losse riemen werken niet goed vanwege het 'ratelen' (overspringen van een tand).
Doorbuiging van riem controleren:
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de motor per ongeluk start, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg, moet eerst de minkabel (-) van de accu worden losgekoppeld. (00048a)
  1. Ontkoppel de minkabel van de accu. Zie Onderhoud en smering → Accu.
  2. Schuif de O-ring op de meter naar de 0 kg (0 lb) markering.
  3. Zie Afbeelding 1. Zet het draagframe tegen de onderkant van de riem in het midden tussen het versnellingsbaktandwiel en het achtertandwiel.
  4. Duw de knop omhoog, totdat de O-ring naar de 4,5 kg (10 lb) markering op het gereedschap schuift en vergelijk de riemdoorbuiging met de schuif op de steenslaggeleider.
  5. Draai de achterwielen en meet de doorbuiging op meerdere plaatsen op de riem. Kies de plaats waar de doorbuiging het grootst is en vergelijk dit met de specificaties in Tabel 1. De riem moet worden afgesteld als de doorbuiging buiten de specificaties valt.
Tabel 1. Doorbuiging van de aandrijfriem
MOTOR
FXS, FXSB, FLSTN, FLS*, FLSTFB**
OVERIGE MODELLEN
Met motorfiets op de standaard zonder rijder of bagage
6,4–7,9 mm (¼–5/16 in)
14,3–15,9 mm (9/16–⅝ in)
Rechtop met achterwiel van de grond
7,9–9,5 mm (5/16–⅜ in)
17,5–19,1 mm (11/16–¾ in)
*FLS (DOM/CAL/CAN/HDI/JPN configuraties)
**FLSTFB (DOM/CAL/CAN/JPN/AUS configuraties)
1. Sluit de minkabel van de accu aan. Haal aan tot 6,8–7,9 N·m (60–70 in-lbs).
1Versnellingsbaktandwiel
2Achtertandwiel
34,5 kg (10 lb) kracht
4Doorbuiging
Afbeelding 1. Doorbuiging van riem controleren