Beschrijving | Onderdeelnummer | Aant. |
---|---|---|
750 mA SUPERSMART BATTERY TENDER | 94654-98B | 1 |
1. | Vul de brandstoftank en voeg een benzineconserveringsmiddel toe. Gebruik een in de handel verkrijgbaar benzinestabiliseringsmiddel en volg de instructies van de fabrikant. | |
2. | Laat de motor op bedrijfstemperatuur komen. Ververs de olie en torn de motor om de nieuwe olie te laten circuleren. | |
3. | Controleer de riem en stel deze zo nodig bij. | |
4. | Controleer de bandenspanning. Zie Specificaties → Specificaties → Voorgeschreven banden voor aanbevolen bandenspanning. | |
5. | Om de carrosseriepanelen, de motor, het frame en de wielen tegen corrossie te beschermen, dienen de verzorgingsprocedures onder Onderhoud en reiniging in deze gebruikershandleiding te worden gevolgd, voordat de motor wordt opgeslagen. | |
6. | Bereid de accu voor op de winteropslag. Zie Onderhoud en smering → Accu. OPMERKING
| |
WAARSCHUWING Explosief waterstofgas, dat tijdens het laden ontsnapt, kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Laad de accu op in een goed geventileerde ruimte. Houd open vuur, elektrische vonken en met roken samenhangende materialen uit de buurt van accu's. HOUD ACCU'S UIT DE BUURT VAN KINDEREN. (00065a) | ||
7. | Indien de motor moet worden bedekt, gebruik dan een luchtdoorlatend materiaal, zoals zeildoek. Bij kunststof materialen, die geen lucht doorlaten, wordt de condensatie bevorderd. Buig of prop geen antennes onder de afdekking. Verwijder de antennes (indien aanwezig) of laat ze buiten de afdekking steken. |
1. | Zie Onderhoud en smering → Accu voor het juiste onderhoud aan accu’s. Laad de accu op en installeer deze. | |
2. | Start de motor en laat deze draaien tot hij op bedrijfstemperatuur is. Zet de motor af. | |
3. | Controleer het motoroliepeil. | |
4. | Controleer het smeermiddelpeil van de versnellingsbak. | |
5. | Controleer of de bedieningselementen naar behoren werken. Bedien de voorste en achterste remmen, de gasklep, de koppeling en het schakelpedaal. | |
6. | Controleer of de stuurinrichting soepel werkt door het stuur van aanslag tot aanslag te draaien. | |
WAARSCHUWING Controleer de bandenspanning, ga na of de wielen goed uitgebalanceerd en onbeschadigd zijn en controleer of het bandenprofiel in orde is. Inspecteer de banden regelmatig en ga voor vervanging naar een Harley-Davidson-dealer. Rijden met overmatig versleten, ongebalanceerde, overbelaste of beschadigde banden of met een onjuiste bandenspanning, kan leiden tot defecte banden en kan de stabiliteit en wegligging nadelig beïnvloeden, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00014b) | ||
7. | Controleer de bandenspanning. Zie Specificaties → Specificaties → Voorgeschreven banden voor aanbevolen bandenspanning. | |
8. | Controleer de algemene bandenconditie. Zie Onderhoud en smering → Banden vervangen. | |
9. | Controleer of alle elektrische apparatuur en schakelaars, waaronder het remlicht, de richtingaanwijzers en de claxon, naar behoren werken. | |
10. | Controleer op lekkages van brandstof, olie en remvloeistof. |