Inspectie
WAARSCHUWING
Vervang de band onmiddellijk door een door Harley-Davidson gespecificeerde band wanneer de merktekens zichtbaar worden of er slechts 1 mm (1/32 in) profieldiepte overblijft. Rijden met een versleten band kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00090c)
Zie Afbeelding 1. De pijlen op de zijwanden van de band geven aan waar de slijtage-indicators zich bevinden.
Wanneer het loopvlak van de band tot op 0,8 mm (1/32 in) of minder is afgesleten, worden de slijtage-indicators zichtbaar. Zie Afbeelding 2. Vervang de banden altijd voordat de slijtage-indicators verschijnen.
Banden vervangen
De banden moeten onder de volgende omstandigheden door nieuwe banden worden vervangen:
  1. De slijtage-indicators zijn te zien in het loopvlak.
  2. De koordlaag is door gescheurde zijwanden of scheuren te zien.
  3. Een bobbel, bult of spleet in de band.
  4. Lekkage, insnijding of andere beschadiging aan de band die niet kan worden gerepareerd.
Bepaal de draairichting bij het aanbrengen van banden op velgen niet aan de hand van het loopvlakontwerp. Zorg altijd dat de draairichtingspijlen op de zijwanden in de draairichting wijzen wanneer het voertuig rijdt.
Zie Specificaties → Specificaties → Banden voor goedgekeurde banden.
WAARSCHUWING
Harley-Davidson raadt het gebruik van door Harley-Davidson goedgekeurde banden aan. Aan van Harley-Davidson zijn niet bestemd voor gebruik met niet-goedgekeurde banden, inclusief sneeuwbanden, brommerbanden en andere speciale banden. Indien niet-goedgekeurde banden worden gebruikt, kan dit de stabiliteit, de wegligging en het remmen negatief beïnvloeden en leiden tot verlies over de controle van het voertuig, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00024d)
Afbeelding 1. Plaats van de Dunlop-bandslijtage-indicator op de zijwand van de band
Afbeelding 2. Uiterlijk van de Dunlop-bandslijtage-indicator