Zie Bedieningselementen en controlelampen → Instrumenten → Snelheidsmeter. De motorcontrolelamp bevindt zich in het instrumentenpaneel. Deze lamp geeft aan of de motor/het motormanagementsysteem naar behoren werkt. De motorcontrolelamp is oranje.

De motorlamp gaat gewoonlijk branden wanneer de motor op contact wordt gezet en blijft dan circa 4 seconden branden terwijl het motormanagementsysteem een aantal zelfdiagnoses uitvoert.

Indien de motorcontrolelamp op een ander tijdstip gaat branden, neem dan contact op met een Harley-Davidson-dealer.

Zie Bedieningselementen en controlelampen → Instrumenten → Snelheidsmeter. De oranje laagbrandstofniveaulamp gaat branden wanneer de benzine in de tank het lage brandstofniveau bereikt (bij benadering) dat wordt aangegeven in Specificaties → Specificaties → Inhouden.

Als de laagbrandstofniveaulamp na het (bij)tanken blijft branden, neemt u contact op met een Harley-Davidson-dealer.

Zie Bedieningselementen en controlelampen → Instrumenten → Snelheidsmeter. De zesde-versnellingslamp geeft aan wanneer de zesde versnelling is ingeschakeld.

Zie Bedieningselementen en controlelampen → Instrumenten → Snelheidsmeter. De acculamp geeft aan of de accu te vol of te leeg is. Zie Onderhoud en smering → Accu: Algemeen.

Zie Bedieningselementen en controlelampen → Instrumenten → Snelheidsmeter. De alarmsysteemlamp gaat branden wanneer het alarmsysteem wordt ingeschakeld. Zie Handsfree alarmmodule → HARLEY-DAVIDSON SMART VEILIGHEIDS SYSTEEM.

Als de alarmsysteemlamp na uitschakeling van het alarmsysteem blijft branden, neemt u contact op met een Harley-Davidson-dealer.