Motorschakelaar
Zie Afbeelding 1. Met de motorschakelaar wordt de motorvoeding in- en uitgeschakeld. De schakelaar bevindt zich in het rechterbedieningselement.
OFF: Druk op de bovenkant van de motorschakelaar om de motor uit te zetten en schakel de motorfiets uit.
RUN: druk op de onderkant van de motorschakelaar om de ontstekingsvoeding in te schakelen voordat u de motorfiets start.
Motorstart-/alarmknipperlichtschakelaar
Zie Afbeelding 1. De motorstart-/alarmknipperlichtschakelaar bevindt zich in het rechterbedieningselement.
START: Druk op de onderkant van de schakelaar om de startmotor te activeren. Zie 'Kilometerteller', 'GEEN AFSTANDSBEDIENING' Bediening → Motor starten.
  1. Draai de stuurslotschakelaar geheel naar de ontgrendelde stand.
  2. Zet de motorschakelaar in de stand LOPEN. Zet de transmissie in de neutraalstand (controlelampje neutraalstand brandt).
  3. Druk op de START-knopschakelaar om de startmotor te bedienen (met afstandsbediening aanwezig).
OPMERKING
  • De START-knopschakelaar doet geen poging de motor te starten wanneer het voertuig in de versnellingsstand staat en de koppeling is ingeschakeld.
  • Als de motor niet start, zal de startmotor gedurende vijf seconden worden geactiveerd en dan stoppen. Laat de START-schakelaar los en druk hem weer in. Raadpleeg het gedeelte over het oplossen van problemen als de motor na verschillende pogingen nog steeds niet start. Zie 'Kilometerteller', 'GEEN AFSTANDSBEDIENING' Storingen oplossen → Motor.
Gevarenwaarschuwing: druk op de bovenkant van de schakelaar (driehoeksymbool) om de alarmknipperlichten te activeren. Dankzij dit systeem kunnen bij een motorfiets met pech de alarmknipperlichten worden ingeschakeld totdat hulp arriveert.
  1. Om te ontgrendelen zet u de OFF/RUN-schakelaar op RUN, (of houdt u de actieschakelaar ingedrukt om de accessoiremodus te activeren).
  2. Druk op de alarmknipperlichtschakelaar (driehoek) om de alarmknipperlichten te activeren.
  3. Zet de OFF/RUN-schakelaar op OFF, (of houd de actieschakelaar ingedrukt om de accessoiremodus uit te schakelen) (met de afstandsbediening aanwezig). De alarmknipperlichten blijven twee uur knipperen, of totdat de bestuurder de actie annuleert. Het beveiligingssysteem zal inschakelen.
  4. Zet de OFF/RUN-motorschakelaar op RUN (draaien), (met de afstandsbediening aanwezig) om te annuleren. Druk op de alarmknipperlichtschakelaar (driehoek) om de knipperlichten te deactiveren.
Claxonschakelaar
Zie Afbeelding 1. De claxon wordt bediend door op de CLAXON-schakelaar op de linker stuurschakelaarunit te drukken. De claxon kan maximaal 10 seconden per keer worden geactiveerd. Als de claxonschakelaar langer wordt ingedrukt, wordt de claxon automatisch gedeactiveerd.
Koplampdimmerschakelaar
Zie Afbeelding 1. De koplampdimmerschakelaar bevindt zich in het linkerbedieningselement. De schakelaar heeft drie standen.
Grootlicht: Druk op de grootlichtschakelaar om het grootlicht in te schakelen. Het grootlichtcontrolelampje geeft aan wanneer het grootlicht is ingeschakeld.
Dimlicht: druk op het onderste gedeelte van de schakelaar om het dimlicht in te schakelen.
Knipperen: druk op en houd de onderkant van de schakelaar ingedrukt om de grootlichtlamp kort in te schakelen. Druk in de accessoiremodus op de passeerlichtschakelaar om de koplamp te activeren.
Richtingaanwijzerschakelaars
Zie Afbeelding 1. De richtingaanwijzerschakelaars bevinden zich op de linker- en bedieningselementen.
Activeren: druk de linker en rechter richtingaanwijzerschakelaar in en laat deze los om de richtingaanwijzerlampjes te activeren. De lampjes knipperen totdat ze automatisch worden uitgeschakeld of handmatig door de bestuurder worden uitgeschakeld.
Automatisch uitschakelen: de richtingaanwijzerlampjes worden automatisch uitgeschakeld wanneer er een volledige bocht is gedetecteerd. De richtingaanwijzers worden ook uitgeschakeld als deze tijdens het rijden langere tijd ingeschakeld blijven. De richtingaanwijzers worden niet uitgeschakeld als de motorfiets stilstaat of heel langzaam rijdt.
Handmatig uitschakelen: om de richtingaanwijzer uit te schakelen, drukt u nogmaals op de richtingaanwijzerschakelaar en laat u deze weer los. Om de tegenovergestelde richtingaanwijzer te activeren, drukt u op de richtingaanwijzerschakelaar voor de nieuwe richting en laat deze los. De eerste richtingaanwijzer wordt uitgeschakeld en de richtingaanwijzer voor de andere richting begint te knipperen.
OPMERKING
  • Als een richtingaanwijzerlampje snel knippert, betekent dit dat een richtingaanwijzerlamp defect is. Wees voorzichtig en gebruik handsignalen. Vervang de lamp zo snel mogelijk.
  • De voorste richtingaanwijzerlampen fungeren op sommige voertuigen ook als rijverlichting.
Cruise-controlschakelaar
OPMERKING
Zie Afbeelding 1. De functie van de CRUISE/SET/RESUME-schakelaar (7) kan indien gewenst worden geschakeld met de schakelaar Push-To-Talk (PTT)/gevoeligheidsdrempelwaarde (10). Vraag uw Harley-Davidson-dealer om meer informatie over het uitvoeren van deze procedure.
Er zijn grijze vervangingsdoppen voor de schakelaars verkrijgbaar, om aan te geven welke functies opnieuw zijn geprogrammeerd. Vraag uw Harley-Davidson-dealer om meer informatie.
Zie Afbeelding 1. De CRUISE/SET/RESUME-schakelaar regelt de snelheid van het voertuig automatisch. Zie 'Kilometerteller', 'GEEN AFSTANDSBEDIENING' Bedieningselementen en controlelampen → Cruise-control.
CRUISE: druk de cruise-controlschakelaar recht omlaag om cruise-control in te schakelen. Het cruise-control controlelampje wordt oranje. Wanneer u nogmaals op de CRUISE-schakelaar drukt, schakelt u cruise-control uit.
SET/-: druk op SET/- terwijl de cruise-control is ingeschakeld om de cruise-snelheid in te stellen. Het cruise-control controlelampje wordt groen. Druk terwijl cruise-control is ingeschakeld op SET/- om de gereguleerde snelheid te verlagen.
RESUME/+: als cruise-control is uitgeschakeld (bijvoorbeeld na het remmen), drukt u op RESUME/+ om de vorige cruise-snelheid te hervatten. Druk in cruise-control op RESUME/+ als u de snelheid wilt verhogen.
Schakelaar Push-To-Talk (PTT)/gevoeligheidsdrempelwaarde
OPMERKING
Zie Afbeelding 1. De functie van de CRUISE/SET/RESUME-schakelaar (7) kan indien gewenst worden geschakeld met de schakelaar Push-To-Talk (PTT)/gevoeligheidsdrempelwaarde (10). Vraag uw Harley-Davidson-dealer om meer informatie over het uitvoeren van deze procedure.
Er zijn grijze vervangingsdoppen voor de schakelaars verkrijgbaar, om aan te geven welke functies opnieuw zijn geprogrammeerd. Vraag uw Harley-Davidson-dealer om meer informatie.
Zie Afbeelding 1. De schakelaar Push-To-Talk (PTT)/Squelch (SQ+/SQ-) wordt bij bepaalde modellen gebruikt om de CB-radio of de bestuurder/passagier-intercom te activeren. Zie de BOOM! BOX GEBRUIKERSHANDLEIDING voor volledige instructies.
PTT: zorg dat de CB of intercom is ingeschakeld en de koptelefoon is aangesloten, en houd de PTT-schakelaar ingedrukt om te spreken via de CB of de intercom. Laat de PTT-schakelaar weer los als u de verbinding wilt verbreken.
SQ+/SQ-: de CB-audio blijft gedempt totdat een CB-signaal wordt ontvangen dat sterker is dan de gevoeligheidsdrempelwaarde. Druk op SQ- om de gevoeligheidsdrempelwaarde te verlagen (wat meer signalen en ruis toelaat). Druk op SQ+ om de gevoeligheidsdrempelwaarde te verhogen (wat alleen sterkere signalen toelaat).
Knop Voice Recognition (spraakherkenning)
Zie Afbeelding 1. De schakelaar voor spraakherkenning activeert de spraakherkenningsfuncties op motorfietsen die hiermee uitgerust zijn. Zorg dat u een koptelefoon hebt aangesloten en druk op de spraakherkenningsknop. De radio geeft een lijst met beschikbare opdrachten. Spreek de gewenste opdracht in de microfoon van de headset in. Zie de GEBRUIKERSHANDLEIDING voor de BOOM! BOX.
Voertuiginformatieschakelaar
Zie Afbeelding 1. Druk als de radio is ingeschakeld op de schakelaar VEHICLE INFORMATION (voertuiginformatie) om de volgende items op het radioscherm weer te geven. Zie 'Kilometerteller', 'GEEN AFSTANDSBEDIENING' Bedieningselementen en controlelampen → Boom! Box Voertuigstatusen de BOOM! BOX GEBRUIKERSHANDLEIDING.
START/VOLUME/ZOEKEN-schakelaar
Zie Afbeelding 1. Indien aanwezig activeert de 5-weg START-/VOLUME-/ZOEKEN-schakelaar radiofuncties. Zie de GEBRUIKERSHANDLEIDING voor de BOOM! BOX.
HOME: druk de HOME-schakelaar in om over te schakelen naar het beginscherm op de radio.
VOLUME: druk de schakelaar omhoog om het volume te verhogen om omlaag om het volume te verlagen.
SEEK (ZOEKEN): Duw de knop naar links of naar rechts om omhoog/omlaag naar een radiostation te zoeken of om het vorige/volgende mediabestand te selecteren.
Knop CURSOR/SELECT
Zie Afbeelding 1. Indien aanwezig worden met de vijfweg CURSOR/SELECTEREN-schakelaar radiofuncties geactiveerd. Zie de GEBRUIKERSHANDLEIDING voor de BOOM! BOX.
SELECT: druk de SELECT-schakelaar in om een functie op het radioscherm te selecteren of te wisselen.
CURSOR: duw de schakelaar in de juiste richting om de cursor te verplaatsen of een selectie te maken op het radioscherm.
Actieschakelaar
Zie Afbeelding 1. De actieschakelaar bevindt zich aan de voorkant van het linkerbedieningselement.
Voertuig uitgeschakeld: druk op de actieschakelaar om het totaal aantal gereden kilometers op de kilometerteller weer te geven.
Voertuig in de accessoire-/ontstekingsmodus: druk op de actieschakelaar om door de kilometertellerfuncties te bladeren. Zie 'Kilometerteller', 'GEEN AFSTANDSBEDIENING' Bedieningselementen en controlelampen → Kilometertellerfuncties.
Voorremhendel
WAARSCHUWING
Houd uw vingers niet tussen de handhendel en de handgreep. Indien u uw hand verkeerd plaatst, dan kan het zijn dat u de hendel niet goed kunt bedienen. Dit betekent dat u de controle over de motor kunt verliezen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00032a)
Zie Afbeelding 1. De voorremhendel bevindt zich op de rechterstuurhelft. De hendel wordt met de vingers van de rechterhand bediend. Knijp de remhendel in om de voorremmen te activeren. Zie 'Kilometerteller', 'GEEN AFSTANDSBEDIENING' Bedieningselementen en controlelampen → Remsysteem.
Gashendel
Zie Afbeelding 1. De gashendel bevindt zich op de rechterstuurhelft. De gashendel wordt met de rechterhand bediend.
Afremmen: Draai de gashendel langzaam rechtsom (naar de voorkant van de motorfiets) om de gashendel te sluiten.
Accelereren: Draai de gashendel langzaam linksom (naar de achterkant van de motorfiets) om de gashendel te openen (accelereren).
Roll-offpositie: de gashendel kan naar rechts, iets voorbij de stationaire stand worden gedraaid. Wanneer u de roll-offpositie uitschakelt, deactiveert u de cruise-snelheid. De roll-offpositie wordt ook gebruikt bij het uit-/inschakelen van de EITMS. Zie 'Kilometerteller', 'GEEN AFSTANDSBEDIENING' Bediening → Engine Idle Temperature Management System (EITMS) (Temperatuurregelsysteem bij stationair draaiende motor).
Koppelingshendel
WAARSCHUWING
Houd uw vingers niet tussen de handhendel en de handgreep. Indien u uw hand verkeerd plaatst, dan kan het zijn dat u de hendel niet goed kunt bedienen. Dit betekent dat u de controle over de motor kunt verliezen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00032a)
Zie Afbeelding 1. De koppelingshendel bevindt zich op de linker stuurhelft en wordt met de vingers van de linkerhand bediend.
  1. Trek de koppelingshendel langzaam tegen de handgreep om de koppeling volledig te ontkoppelen.
  2. Schakel met het schakelpedaal de eerste versnelling in. Zie 'Kilometerteller', 'GEEN AFSTANDSBEDIENING' Bedieningselementen en controlelampen → Schakelpedaal.
  3. Laat de koppelingshendel langzaam los om de koppeling in te laten grijpen.
De motorfiets kan in elke versnelling starten als de koppelingshendel is ingetrokken. Als de koppeling niet wordt ingetrokken, kan het voertuig niet in een versnelling gestart worden.
1Koppelingshendel
2Claxon
3Trigger
4Koplampdimmerschakelaar
5Linker richtingaanwijzer
6Start/volume/vorige/volgende
7Cruise-control
8Spraakherkenning
9Voertuiginformatie
10Push-To-Talk (PTT)/gevoeligheidsdrempelwaarde (indien uitgerust met een CB-antenne)
11Cursor/selecteren
12Rechter richtingaanwijzer
13Gashendel
14Voorremhendel
15Motorschakelaar
16Gevarenwaarschuwing
17Motor starten
* Deze schakelaarfuncties zijn onderling inwisselbaar. Vraag uw Harley-Davidson-dealer om meer informatie.
Afbeelding 1. Stuurbedieningselementen en -schakelaars