Het stuurslot, de zadeltassen en Tour-Pak kunnen worden vergrendeld met de sleutel, afstandsbediening of elektronische vergrendelschakelaars in het dashboardpaneel.
Schakelaar elektronische vergrendeling
Zie
Afbeelding 2. De elektronische vergrendelschakelaar in de binnenkuipkap activeert de elektronische vergrendelingen in de stuurslotschakelaar, zadeltassen en Tour-Pak.
De stuurslotschakelaar activeert alleen de vergrendelingen wanneer de motorfiets is gestart. De OFF/RUN-schakelaar moet op RUN staan, of de motorfiets moet in accessoiremodus staan.
Sluit de zadeltas- en Tour-Pak-kleppen. Maak de sluitingen vast.
Om de voorvork te vergrendelen draait u het stuur geheel naar links. Draai de stuurslotschakelaar in de stand LOCKED (vergrendeld). Controleer of het stuurslot is ingeschakeld door het stuur naar rechts te duwen.
Om te vergrendelen drukt u op de OFF/RUN-schakelaar, of houdt u de actieschakelaar ingedrukt om de accessoiremodus te activeren. Druk op de vergrendelschakelaar in de kuipkap. De richtingaanwijzers knipperen tweemaal om aan te geven dat het voertuig is vergrendeld.
Om te ontgrendelen, zet u de OFF/RUN-schakelaar op RUN of houdt u de actieschakelaar ingedrukt om de accessoiremodus te openen. Druk op de ontgrendelschakelaar in de kuipkap. De richtingaanwijzers knipperen eenmaal om aan te geven dat het voertuig is ontgrendeld.
Draai het stuurslot in de stand UNLOCKED (ontgrendeld). Open de zadeltassen en Tour-Pak zoals nodig.
Afbeelding 2. Schakelaar elektronische vergrendeling