De treeplanken voor de passagier kunnen in drie verschillende posities worden afgesteld.
Montage-armhoogte
OPMERKING
Zie Afbeelding 1. De onderste borstbout (1) wordt normaal niet verwijderd. De montage-arm schuift op en neer met de onderste borstbout in plaats. Als de onderste borstbout verwijderd is, installeer dan en haal aan tot 5,4–8,1 N·m (48–72 in-lbs).
1. Verwijder de hoogtestelbout (2).
2. Schuif de montage-arm omhoog en omlaag om het gat van de montage-arm uit te lijnen op een geselecteerd stelgat (3, 4 of 5).
3. Voer de stelbout door de montage-arm in het geselecteerde stelgat. Aanhalen tot 48,8–57 N·m (36–42 ft-lbs).
1Onderste borstbout
2Verticale afstelbout
3Onderste gat
4Middelste gat
5Bovenste gat
Afbeelding 1. Hoogte-afstelling treeplank (draaiende arm en treeplank verwijderd)
Hoek draai-arm
OPMERKING
Zie Afbeelding 2. De draaiende arm (1) wordt gemonteerd op een getande ratel waarmee slechts 90 graden kan worden gedraaid.
1. Draai de onderste schroef (2) los.
2. Draai de draaiende arm op de gewenste treeplankhoogte.
3. Haal de bout aan tot 34–40 N·m (25–30 ft-lbs).
Hoek treeplank
OPMERKING
De treeplank wordt gemonteerd op een getande ratel waarmee slechts 90 graden kan worden gedraaid.
1. Zie Afbeelding 2. Draai de bovenste schroef (3) los zodat de treeplank kan draaien.
2. Draai de treeplank (4) tot horizontaal of tot een gewenste hoek
3. Haal de bovenste bout aan tot 34–40 N·m (25–30 ft-lbs).
1Hoek draai-arm
2Onderste bout
3Bovenste bout
4Treeplank
Afbeelding 2. Draai-arm en treeplank