1. | Zie Afbeelding 1. Controleer of de schakelaar in de stand LOCK (vergrendeld) staat. | |
2. | De sleutel wordt verwijderd door deze in het contactslot te duwen en naar buiten te trekken. | |
3. | Draai de sleutel in het contactslot altijd naar de stand LOCK (vergrendeld) en verwijder de sleutel wanneer u klaar bent met gebruik en wanneer u de motor ergens parkeert. | |
MEDEDELING Draai de contactsleutel naar de stand OFF (uit) en verwijder de sleutel alvorens de motorfiets te vergrendelen. Indien de sleutel in de stand ACC (accessoires) wordt gelaten, dan blijven de lampen branden tot de accu leeg is. (00155b) | ||
4. | Sluit het contact af, steek de sleutel in en draai deze linksom. | |
5. | Verwijder de sleutel. |
1 | Vergrendelstand |
2 | Ontgrendelstand |
3 | Open contactslotafdekking |
LOCATIE EN BEDIENING | SCHAKELAARPOSITIE | FUNCTIE |
---|---|---|
De schakelaar bevindt zich op het instrumentenpaneel van de
brandstoftank. De schakelaar wordt vergrendeld door de afdekking op te
tillen, de sleutel in te steken en deze linksom te draaien. U
ontgrendelt de schakelaar door de sleutel rechtsom te draaien.
De sleutel kan in iedere stand worden verwijderd. | OFF (uit) | De ontsteking, de lampen en de accessoires zijn
uitgeschakeld. |
ACC* (accessoires) | De accessoires zijn ingeschakeld. De alarmknipperlichten
kunnen worden ingeschakeld. De instrumentenlampjes branden. Het
remlicht en de claxon kunnen worden geactiveerd. | |
LAMPEN EN IGNITION* (ontsteking) | De ontsteking, de lampen en de accessoires zijn
ingeschakeld. | |
*Internationale modellen hebben een aanvullende functie – het
parkeerlicht en het achterlicht zijn ook ingeschakeld. |