Afbeelding 1. Schakelaars en bedieningselementen
Koplampdimmerschakelaar
WAARSCHUWING
Het automatisch inschakelen van de koplamp zorgt ervoor dat de bestuurder beter zichtbaar is voor andere weggebruikers. Let erop dat de koplamp altijd is ingeschakeld. Als de bestuurder slecht zichtbaar is voor andere weggebruikers, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00030b)
De koplampdimmer heeft twee standen: grootlicht of dimlicht Het controlelampje voor grootlicht brandt wanneer het grootlicht is ingeschakeld.
Koppelingshendel
WAARSCHUWING
Houd uw vingers niet tussen de handhendel en de handgreep. Indien u uw hand verkeerd plaatst, dan kan het zijn dat u de hendel niet goed kunt bedienen. Dit betekent dat u de controle over de motor kunt verliezen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00032a)
De koppelingshendel (2) zit aan de linkerkant van het stuur en wordt met de vingers van de linkerhand bediend. Raadpleeg
Bediening → Schakelen.
Remhendel
De voorremhendel bedient de voorwielrem. Bedien deze hendel met de vingers van de rechterhand. Zie
Bediening → REMMENvoor aanvullende informatie.
Gashendel
Draai de gashendel langzaam naar achteren (naar de achterkant van de motorfiets) om de gashendel te openen (accelereren).
Draai de gashendel langzaam naar voren (naar de voorkant van de motorfiets) om de gashendel te sluiten (afremmen).
Richtingaanwijzerschakelaar
Druk de schakelaar naar links of rechts om de richtingaanwijzerlampen in te schakelen. De lamp blijft knipperen tot deze handmatig wordt uitgeschakeld. Voor het uitschakelen duwt u de schakelaar in de centrale blokkeerstand.
Claxon
Druk op de schakelaar om de claxon te bedienen.