1 | Elektrische stekker |
2 | Elektrische stekkeraansluiting |
3 | Leiding van de elektromagnetische inductiemodule |
4 | Leiding bus-naar-startkoppeling |
5 | Lipje |
1 | Dampklep |
2 | Klem |
3 | Ontluchtingsleiding (2) |
1 | Voorste riembeschermer |
2 | Bout en onderlegring (4) |
3 | Steun |
4 | Steunbout |
1. | Raadpleeg Afbeelding 4. Verwijder de bouten van het accudeksel (2). | |
2. | Raadpleeg Afbeelding 5. Verwijder het elektrapaneel. a. Verwijder de bouten (3). b. Trek voorzichtig het elektrapaneel (1) uit de buurt van de accu. | |
WAARSCHUWING Koppel eerst de minkabel (-) van de accu los. Mocht de pluskabel (+) in contact komen met massa terwijl de minkabel (-) nog is aangesloten, dan kan de accu door de vonken die dan ontstaan, exploderen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00049a) | ||
3. | Raadpleeg Afbeelding 6. Maak de minkabel (1) van de accu los van het massacontactpunt (2). | |
4. | Raadpleeg Afbeelding 5. Maak de pluskabel (5) los van de accu. | |
5. | Verwijder de accu. | |
6. | Ontkoppel de minkabel van de accu. |
1 | Bout (4) |
2 | Bout (2) |
3 | Lipje |
4 | Afdekking |
5 | Accuhouder |
1 | Elektrisch paneel |
2 | Lipje (2) |
3 | Bout (2) |
4 | Accu |
5 | Pluskabel van de accu |
6 | Pluspool van de accu |
1 | Minkabel van de accu |
2 | Massacontactpunt |
1. | Koppel de minkabel van de accu aan de minpool van de accu. Haal aan tot 68–79 N·m (60–70 in-lbs). | |
2. | Leid de min-kabel door de accuhouder. | |
3. | Raadpleeg Afbeelding 5. Plaats de accu in de accuhouder. | |
4. | Sluit de pluskabel (5) van de accu aan op de pluspool van de accu (6). Haal aan tot 68–79 N·m (60–70 in-lbs). | |
5. | Raadpleeg Afbeelding 6. Sluit de minkabel (1) van de accu aan op het massacontactpunt (2). Haal aan tot 60–100 N·m (54–88 in-lbs). | |
6. | Raadpleeg Afbeelding 5. Installeer het elektrapaneel. | |
7. | Controleer of de lipjes van het elektrische paneel (2) in de gleuven vallen. | |
8. | Plaats de bouten (3). Haal aan tot 2,3–33 N·m (21–29 in-lbs). | |
9. | Raadpleeg Afbeelding 4. Breng de schroeven (2) van het accudeksel aan. Haal aan tot 2,3–33 N·m (21–29 in-lbs). | |
10. | Raadpleeg Afbeelding 3. Plaats de voorste riembeschermer (1). Plaats de bouten en onderlegringen (2). Haal aan tot 90–110 N·m (80–97 in-lbs). | |
WAARSCHUWING Er kan hoge druk in de brandstoftank ontstaan als de dampklep niet verticaal is gemonteerd met een lange koppeling bovenop. Lekken vanwege hoge druk kunnen brand of een explosie veroorzaken, met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00265a) | ||
11. | Raadpleeg Afbeelding 2. Druk de dampklep (1) in de clip (2). | |
12. | Monteer de ontluchtingsleidingen (3). | |
13. | Alleen voor California-modellen: Raadpleeg Afbeelding 1. Monteer de elektrische stekker a. Monteer de elektrische stekker (1). b. Monteer de leidingen van de elektromagnetische inductie-module en de bus-naar-startkoppeling (3 en 4). c. Sluit de elektrische stekkerverbinding aan (2). | |
14. | Installeer de hoofdzekering. Raadpleeg Onderhoudsprocedures → Zekeringen en relais. | |
WAARSCHUWING Trek het zadel na de montage even omhoog om er zeker van te zijn dat het in de positie is vergrendeld. Tijdens het rijden kan een loszittend zadel verschuiven, waardoor men de controle over de motorfiets kan verliezen met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00070b) | ||
15. | Bevestig het zadel. Raadpleeg Onderhoudsprocedures → Zadel. | |
16. | Installeer de zijafdekkingen. Raadpleeg Onderhoudsprocedures → Zijafdekkingen. |