Dagteller
Zie
Afbeelding 1. De dagtellerschakelaar (1) activeert de dagtellers. De dagtellerschakelaar wordt ook gebruikt om door de optionele schermen van de kilometertellerdisplay te bladeren. Als het contact uit staat, kunnen met de dagtellerschakelaar tijds- of kilometertellerschermen worden geopend. Raadpleeg
Tabel 1.
Grootlicht
Zie
Afbeelding 1. Druk op de grootlichtschakelaar (2) om het grootlicht in te schakelen. De (blauwe) controlelamp geeft aan dat het grootlicht is ingeschakeld. Raadpleeg
Tabel 1.
Dimlicht/passeerlicht
Dimlicht: raadpleeg
Afbeelding 1. Druk op de onderkant van de schakelaar om (3) het dimlicht in te schakelen.
Knipperen: Als de dimlichtschakelaar is ingeschakeld, drukt u de passeerlichtschakelaar (3) in om met het grootlicht te knipperen voordat u een ander voertuig inhaalt. De grootlichtcontrolelamp het instrumentenpaneel licht op zolang de passeerlichtschakelaar wordt ingedrukt.
Druk in de accessoiremodus op de passeerlichtschakelaar om de koplamp te activeren. Raadpleeg
Tabel 1.
Extra-/mistlampen
De extra-/mistlampen bieden extra verlichting op de weg en omgeving in donkere of regenachtige omstandigheden. Door de lampen wordt de motorfiets ook beter zichtbaar voor andere weggebruikers. Wanneer de lampen branden, is het controlelampje van de extra lamp/mistlamp te zien op het instrumentenpaneel.
Zie
Afbeelding 1. Druk op de schakelaar voor de extra lamp/mistlamp (4) om de extra lamp/mistlamp in te schakelen. Raadpleeg
Tabel 1Domestic-/Canada-configuraties: De extra lampen/mistlampen worden zo geconfigureerd dat ze automatisch worden uitgeschakeld wanneer grootlicht wordt ingeschakeld, tenzij anders vereist door uw land/provincie.
Extra-/mistlampen kunnen door de dealer worden geconfigureerd om te worden in- of uitgeschakeld bij grootlicht, afhankelijk van wettelijke vereisten van elke locatie.
Linker richtingaanwijzer
Activeren: raadpleeg
Afbeelding 1. Druk op de linker richtingaanwijzerschakelaar (5) om de linker richtingaanwijzer te activeren. Raadpleeg
Tabel 1.
Uitschakelen:
Handmatige bediening: Druk op de linker richtingaanwijzerschakelaar om het rechter knipperlicht uit te schakelen.
Automatische bediening: De richtingaanwijzerlampen worden automatisch uitgeschakeld nadat een volledige bocht is gedetecteerd (gebaseerd op snelheid, versnelling en voltooien van bocht).
De lampen gaan ook uit als de richtingaanwijzer langdurig (20 keer knipperen) geactiveerd is, terwijl de rijsnelheid van de motorfiets hoger is dan 11 km/h (7 mph). Als de motorfiets stopt of langzamer rijdt dan deze snelheid, blijft de richtingaanwijzer knipperen.
OPMERKING
De voorste richtingaanwijzers doen ook dienst als rijverlichting. Deze functie is mogelijk niet op elke markt beschikbaar.
Claxon
Zie
Afbeelding 1. De claxon wordt bediend door op de claxonschakelaar (6) te drukken. De claxon kan maximaal 10 seconden per keer worden geactiveerd. Als de claxonschakelaar langer wordt ingedrukt, wordt de claxon automatisch gedeactiveerd. Raadpleeg
Tabel 1.
Afbeelding 1. Linker stuurschakelaarmodule (standaard)
Tabel 1. Linker bedieningsschakelaars
SCHAKELAAR | MONTEUR | FUNCTIE |
---|
| Dagteller | Druk op de schakelaar om te schakelen tussen kilometertellerschermen. |
| Grootlicht | Druk op de schakelaar om de koplamp naar grootlicht te schakelen. |
| Dimlicht/ passeerlicht | Druk op de schakelaar om de koplamp naar dimlicht te schakelen. Druk in en laat los om te knipperen met grootlicht. Druk in ACC-modus in om de koplamp te activeren. |
| Extra/mistlampen | Druk op de schakelaar om de extra/mistlampen te activeren. |
| Linksaf | Druk op de schakelaar om aan te geven dat u links afslaat. |
| Claxon | Druk op de schakelaar om te claxonneren. |