Zie Afbeelding 1 , Afbeelding 2 , Afbeelding 3 , Afbeelding 4 of Afbeelding 5 . De brandstofmeter geeft acht balken aan als de brandstoftank vol is. Elke balk staat voor ongeveer een achtste van de totale brandstoftankinhoud.

De snelheidsmeter geeft de voorwaartse snelheid in mijlen per uur (Amerikaanse modellen) of kilometers per uur (internationale modellen) aan. Voor bepaalde markten wordt de snelheid zowel in mijlen per uur (mph) als kilometer per uur (km/u) aangegeven.

De achtergrondverlichting van het instrumentenpaneel wordt na een korte vertraging geactiveerd. De achtergrondverlichting kan kort fluctueren als het omgevingslicht verandert (zoals bij het rijden door een tunnel).

Door op de dagtellerschakelaar te drukken, met de motorschakelaar in een willekeurige stand, activeert u de aflezing van de kilometerteller.

Het kilometertellerscherm geeft tevens de volgende te selecteren elementen weer:

Druk de dagtellerschakelaar in en laat deze los om door de displays te bladeren.

Zie Afbeelding 6. Om de kilometerstand af te lezen of om de dagtellers opnieuw terug te zetten, moet de motorschakelaar in de stand RUN staan. Druk de dagtellerschakelaar (1) in en laat deze los als het gewenste dagtellerregister, A (2) of B (3) verschijnt. Een A of B aan de rechterkant van het display-scherm geeft aan welke dagteller weergegeven wordt.

Zorg voor het terugstellen of op nul zetten van de dagtellers dat de gewenste dagteller (A of B) in het display-scherm weergegeven wordt. Druk de dagtellerschakelaar in en houd deze ongeveer drie seconden ingedrukt. De dagteller wordt op nul gezet.

Zie Afbeelding 6. Druk de dagteller-schakelaar in en laat deze los om van het kilometertellerscherm te schakelen. De toerenteller toont het motortoerental in omwentelingen per minuut (omw/min).

De huidige versnelling (1-6) wordt naast de toerenteller weergegeven. Als de motorfiets niet rijdt, als de versnelling in vrij staat of als de koppelingshendel is ingetrokken, is er geen versnellingsnummer zichtbaar.