Algemene informatie
WAARSCHUWINGGebruik banden, binnenbanden, velgstrippen of velgafdichtingen, luchtkleppen en doppen die bij het wiel passen. Neem contact op met een Harley-Davidson-dealer. Indien niet bij elkaar passende onderdelen worden gebruikt, kan de band los gaan zitten op de velg of kan de band defect raken, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00023c)
WAARSCHUWINGBij een Harley-Davidson zijn de voor- en achterband niet identiek. Indien de voor- en achterband worden omgewisseld, kunnen de banden defect raken met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00026a)
Bandenspanning
WAARSCHUWINGControleer de bandenspanning, ga na of de wielen goed uitgebalanceerd en onbeschadigd zijn en controleer of het bandenprofiel in orde is. Inspecteer de banden regelmatig en ga voor vervanging naar een Harley-Davidson-dealer. Rijden met overmatig versleten, ongebalanceerde, overbelaste of beschadigde banden of met een onjuiste bandenspanning, kan leiden tot defecte banden en kan de stabiliteit en wegligging nadelig beïnvloeden, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00014b)
De bandenspanningen moeten worden ingesteld met behulp van de informatie in Tabel 1 en Tabel 2 . Banden worden beschouwd als koude banden als het voertuig niet recent is gebruikt. De bandenspanning stijgt naarmate de band opwarmt. Banden kunnen door zowel gebruik als een hoge omgevingstemperatuur opwarmen. Banden kunnen warm blijven tot 2 uur na het rijden. Voor de meest nauwkeurige lezing moet de bandenspanning gemeten worden met een goede meter voor het rijden, als de banden koud zijn.
Controleer de bandenspanning:
- Als onderdeel van de pre-ride controlelijst.
- Op elk geplande service-interval.
Voor koude banden bij een omgevingstemperatuur van 20 °C (68 °F) of minder: Raadpleeg tabel 1.
Tabel 1. Voorgeschreven banden
MODEL | PLAATS | AFMETING | VOORGESCHREVEN BAND | DRUK (KOUD 20 °C (68 °F)) | |
|---|---|---|---|---|---|
psi | kPa | ||||
Electra Glide ® Standard (FLHT) | voor | 17 inch | Dunlop D408F 130/80B17 65H BW | 36 | 248 |
Electra Glide® Ultra Limited (FLHTK) Road Glide ® Limited (FLTRK) Road King® (FLHR) | voor | 18 inch | Dunlop D408F 130/70B18 63H BW | 36 | 248 |
Road Glide® (FLTRX) Road Glide® Special (FLTRXS) Road King® Special (FLHRXS) Street Glide® (FLHX) Street Glide® Special (FLHXS) | voor | 19 in | Dunlop D408F 130/60B19 61H BW | 36 | 248 |
Electra Glide ® Standard (FLHT) | achter | 16 inch | Dunlop D407T 180/65B16 81H BW | 40 | 276 |
Electra Glide® Ultra Limited (FLHTK) Road Glide® (FLTRX) Road Glide ® Limited (FLTRK) Road Glide® Special (FLTRXS) Road King® (FLHR) Road King® Special (FLHRXS) Street Glide® (FLHX) Street Glide® Special (FLHXS) | achter | 18 inch | Dunlop D407T 180/55B18 80H BW | 40 | 276 |
Voor koude banden bij een omgevingstemperatuur van meer dan 20 °C (68 °F) : Raadpleeg de eerste kolom in Tabel 2 om de aanpassing aan de bandenspanning te bepalen. Bijvoorbeeld: Als de motor niet 2 uur of langer niet gebruikt is en de omgevingstemperatuur 31 °C (88 °F) is, is de aanbevolen bandenspanning aan voor- en achterzijde Tabel 1 plus 14 kPa (2 psi) .
Banden warmen op tijdens gebruik, wat de bandenspanning verhoogt. Raadpleeg als het voertuig onlangs is gebruikt de tweede kolom in Tabel 2 om de aanpassing aan de bandenspanning te bepalen. Bijvoorbeeld: Als de motor recent is gebruikt en de omgevingstemperatuur 31 °C (88 °F) is, is de aanbevolen bandenspanning aan voor- en achterzijde Tabel 1 plus 48 kPa (7 psi) .
Als de bandenspanning wordt aangepast wanneer het voertuig onlangs is gebruikt, moet deze opnieuw worden aangepast volgens de aanbevelingen wanneer de banden zijn afgekoeld. Banden kunnen warm blijven tot 2 uur na het rijden.
Harley-Davidson voert geen testen uit met alleen stikstof in de banden. Harley-Davidson raadt het gebruik van pure stikstof voor het oppompen van de banden niet aan, noch raden zij het af.
Tabel 2. Aanpassen bandenspanning
OMGEVINGSTEMPERATUUR TEMPERATUUR | MOTORFIETS 2 UUR OF LANGER NIET GEBRUIKT: TOEVOEGEN AAN BANDENSPANNING VOOR- EN ACHTERKANT ZOALS AANGEGEVEN IN DE TABEL | MOTORFIETS ONLANGS GEBRUIKT: TOEVOEGEN AAN BANDENSPANNING VOOR- EN ACHTERKANT ZOALS AANGEGEVEN IN DE TABEL |
|---|---|---|
20 °C (68 °F) of minder | 0 kPa (0 psi) | 34 kPa (5 psi) |
26 °C (79 °F) | 7 kPa (1 psi) | 41 kPa (6 psi) |
31 °C (88 °F) | 14 kPa (2 psi) | 48 kPa (7 psi) |
37 °C (99 °F) | 21 kPa (3 psi) | 55 kPa (8 psi) |
42 °C (108 °F) of meer | 28 kPa (4 psi) | 62 kPa (9 psi) |
Bandencontrole
WAARSCHUWINGVervang de band onmiddellijk door een door Harley-Davidson gespecificeerde band wanneer de merktekens zichtbaar worden of er slechts 1 mm (1/32 in) profieldiepte overblijft. Rijden met een versleten band kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00090c)
Controleer het profiel van de banden:
- Als onderdeel van de pre-ride controlelijst.
- Op elk geplande service-interval.
Inspecteer elke band op gaten, krassen en beschadigingen.
Harley-Davidson banden zijn uitgerust met slijtage-indicators die horizontaal over het loopvlak lopen.
Een band is versleten als de slijtage-indicators zichtbaar zijn of als er slechts 1 mm (0.031 in) loopvlak over is. Een versleten band kan:
- Gemakkelijker beschadigd raken, wat leidt tot een defecte band.
- Gereduceerde tractie bieden.
- Negatieve invloed hebben op de stabiliteit en de wegligging.
Zie Afbeelding 1 , Afbeelding 2 en Afbeelding 3. Vervang de banden altijd voordat de slijtage-indicators verschijnen.
Afbeelding 1. Locatie slijtage-indicator van Dunlop op de zijwand van de band
Afbeelding 2. Locatie van bandslijtage-indicator op de zijwand van de band
Afbeelding 3. Kenmerken slijtage
Banden vervangen
WAARSCHUWINGBanden zijn van cruciaal belang voor de veiligheid. Neem contact op met een Harley-Davidson-dealer als de banden moeten worden gerepareerd of vervangen. Een onjuiste bandenservice kan een nadelige invloed uitoefenen op de stabiliteit en wegligging, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00057a)
WAARSCHUWINGHarley-Davidson raadt het gebruik van door Harley-Davidson goedgekeurde banden aan. Aan van Harley-Davidson zijn niet bestemd voor gebruik met niet-goedgekeurde banden, inclusief sneeuwbanden, brommerbanden en andere speciale banden. Indien niet-goedgekeurde banden worden gebruikt, kan dit de stabiliteit, de wegligging en het remmen negatief beïnvloeden en leiden tot verlies over de controle van het voertuig, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00024d)
WAARSCHUWINGMonteer uitsluitend standaard (OE) bandventielen en ventieldoppen. Een ventiel, of combinatie van ventiel en dop, dat te lang of te zwaar is, kan nabijgelegen onderdelen raken en het ventiel beschadigen, wat zorgt voor een snelle band deflatie. Als de lucht snel uit de band ontsnapt, kunt u de controle over het voertuig verliezen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00281a)
WAARSCHUWINGVervang lekke of beschadigde banden. In sommige gevallen kunnen kleine lekken in het profielgebied door een Harley-Davidson-dealer vanaf de binnenkant van de verwijderde band worden gerepareerd. De eerste 24 uur na de reparatie mag er NIET sneller dan 80 km/h (50 mph) worden gereden en met de gerepareerde band mag NOOIT sneller dan 129 km/h (80 mph) worden gereden. Niet opvolgen van deze waarschuwing kan leiden tot beschadiging van de band met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00015b)
WAARSCHUWINGVervang de band onmiddellijk door een door Harley-Davidson gespecificeerde band wanneer de merktekens zichtbaar worden of er slechts 1 mm (1/32 in) profieldiepte overblijft. Rijden met een versleten band kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00090c)
Nieuwe banden zijn nodig in een van de volgende omstandigheden (raadpleeg Tabel 1
voor de specificaties van de vervangende banden):
- De slijtage-indicators worden zichtbaar op het loopvlak.
- De koordlaag of het weefsel door gescheurde wangen of scheuren zichtbaar wordt.
- Bobbels, bulten of spleten in de band.
- Lekkage, insnijdingen of andere beschadiging aan de band die niet kunnen worden gerepareerd.
Bepaal de draairichting bij het aanbrengen van banden op velgen niet aan de hand van het loopvlakontwerp. Zorg altijd dat de draairichtingspijlen op de wangen in de draairichting wijzen wanneer het voertuig rijdt.