Voertuigen met een optionele sirene kunnen zo worden ingesteld dat ze een geluidssignaal geven als ze worden geactiveerd en gedeactiveerd.
Modus met geluidssignaal
In de modus met geluidssignaal geeft de sirene twee geluidssignalen bij het inschakelen van het alarmsysteem, en een enkel geluidssignaal bij het uitschakelen ervan.
Modus zonder geluidssignaal
In de modus zonder geluidssignaal zal de sirene geen geluidssignaal geven als deze wordt ingeschakeld of uitgeschakeld.
De sirene zal niettemin waarschuwen door middel van geluidssignalen, en alarm slaan, indien de motorfiets verplaatst wordt, of het contact aangezet wordt zonder dat de afstandsbediening aanwezig is.
Omschakelen tussen modi
Het snel aan en uit zetten van het contactslot AAN - UIT - AAN - UIT - AAN schakelt het systeem van de ene modus naar de andere.
  1. Draai, met aanwezige afstandsbediening, de contactsleutel naar IGNITION (ontsteking).
  2. Wanneer het lampje van het alarmsysteem uitgaat, draait u de contactsleutel naar OFF (uit).
  3. Wanneer het lampje van het alarmsysteem uitgaat (maar voordat de richtingaanwijzers twee keer knipperen), draait u de contactsleutel onmiddellijk naar IGNITION (ontsteking).
  4. Wanneer het lampje van het alarmsysteem uitgaat, draait u de contactsleutel onmiddellijk naar OFF (uit).
  5. Wanneer het lampje van het alarmsysteem uitgaat (maar voordat de richtingaanwijzers twee keer knipperen), draait u de contactsleutel onmiddellijk naar IGNITION (ontsteking).