1 | Voorremhendel |
2 | Achterrempedaal |
SYMPTOOM | TOESTAND |
---|---|
Het ABS-lampje brandt constant | ABS-storing gedetecteerd. Ga naar een Harley-Davidson-dealer voor servicewerkzaamheden. |
ABS-lampje knippert langzaam | Dit geeft een normaal zelfdiagnoseproces aan wanneer de motorfiets wordt aangezet en de snelheid lager is dan 5 km/h (3 mph). ABS is pas in bedrijf als het lampje uit gaat. Ga naar een Harley-Davidson-dealer voor service als het lampje bij snelheden van meer dan 5 km/h (3 mph) blijft knipperen. |
ABS-lampje knippert snel en controlelampje veiligheidssysteem/storing brandt continu rood | Dit duidt op een mogelijk defect aan het remsysteem. Gebruik zowel de voor- als achterrem om snelheid te verminderen en de motorfiets te stoppen. De rem kan stijf aanvoelen tijdens gebruik. Leid als dit gebeurt de motorfiets naar een veilige plek om te stoppen. Onderhoud is vereist om het defect op te lossen voordat u verder rijdt. Ga naar een Harley-Davidson-dealer voor onderhoud. |
Trilling in de remhendel of het rempedaal tijdens de werking van het ABS | Normale toestand. |
Klikkend geluid tijdens de werking van het ABS | Normale toestand. |
Gevoel van 'golven' tijdens het remmen | Normale toestand. Dit is het meest merkbaar bij remmen met één rem (alleen voor of alleen achter). Resultaat van een afname in deceleratie dat veroorzaakt kan worden door barsten of bulten in het wegdek, remmen op de motor (hoog motortoerental doet het achterwiel vertragen), hard remmen bij lage rijsnelheden en andere omstandigheden. Dit wordt veroorzaakt door de modulerende remklauwdruk van het ABS om ongecontroleerd blokkeren van de wielen te voorkomen. |
Tijdelijk stroef achterrempedaal | Normale toestand. Remmen op de motor (hoog motortoerental doet het achterwiel vertragen) of terugschakelen kan het ABS activeren. Als u op hetzelfde moment of direct hierna de achterrem gebruikt, zal het ABS mogelijk een klep sluiten om druk op de achterrem te voorkomen. Dit wordt veroorzaakt door de modulerende remklauwdruk van het ABS om ongecontroleerd blokkeren van de wielen te voorkomen. |
Piepen van de banden | Normale toestand. Afhankelijk van het wegdek zullen de banden soms piepen zonder dat het wiel stilstaat. |
Remspoor op het wegdek | Normale toestand. Afhankelijk van het wegdek kan de band soms sporen maken zonder dat het wiel stilstaat. |
Stoppen van wielen bij lage rijsnelheid | Normale toestand. Het ABS-systeem wordt op het voorwiel niet geactiveerd bij snelheden lager dan 5 km/h (3 mph) en op het achterwiel niet bij snelheden lager dan 8 km/h (5 mph). |