Modellen uitgerust met RDRS hebben een tractiecontrole-knop en een tractiecontrole-pictogram dat oplicht wanneer de stroom wordt ingeschakeld, zie Bediening → Linker bedieningselementen → Linker stuurschakelaarmodule (standaard) en Bediening → Instrumenten → Controlelampen: Met kuip of Bediening → Instrumenten → Controlelampen: Zonder kuip . RDRS is REFLEX-Linked-remmen met Cornering-Enhanced ABS en aanvullende functies om de controle van de rijders over de motorfiets te verbeteren door het aanpassen van de remdruk en/of de output van het aandrijfvermogen om te helpen controle over de motorfiets te handhaven. Bekijk voor meer informatie ook Bediening → REFLEX-Linked-remmen met Cornering-Enhanced ABS en www.h-d.com/rdrs .
Tractiecontrole-modi
Regen modus: Wordt gebruikt voor oppervlaktes met verminderde tractie zoals op natte wegen of op grint.
Weg-modus: Wordt gebruikt voor optimale rijcondities zoals droge verharde wegen.
Voor meer informatie over tractiecontrole, zie Bediening → Tractiecontrole .
Voertuigcontrole (VHC)
VHC gebruikt remdruk om te zorgen dat de motorfiets niet achteruit rolt wanneer het op een helling stilstaat, zodat het makkelijker is om weg te rijden vanaf een helling, zoals een heuvel, een brug of een parkeerhelling. De VHC behoudt remdruk indien geactiveerd en voorkomt dat de motorfiets beweegt nadat de rijder de rembediening heeft losgelaten. Het systeem behoudt remdruk totdat de rijder de gashendel activeert en de koppeling gebruikt om weg te rijden.
OPMERKING
VHC is niet bedoeld om te worden gebruikt als parkeerrem.
Activering: de rijder activeert VHC door extra druk te zetten op ofwel de voorremhendel of de achterrem voetbediening nadat de motorfiets helemaal tot stilstand is gekomen. Een VHC controlelamp zal gaan branden om te bevestigen dat de rijder VHC heeft geactiveerd en het ABS systeem zal remdruk behouden nadat de rijder de rembediening heeft losgelaten.
Deactivering: VHC wordt automatisch uitgeschakeld als de bestuurder wegrijdt na een stop, of als de bestuurder een rem gebruikt en weer loslaat. VHC kan gedeactiveerd worden als de bestuurder flink gas geeft met de koppelingshendel ingeknepen. VHC zal ook gedeactiveerd worden als de bestuurder de zijstandaard naar beneden klapt op modellen met een zijstandaard-sensor (niet in alle markten) of de versnelling in neutraal zet op modellen zonder een zijstandaard-sensor. VHC zal deactiveren als de motor wordt uitgezet. VHC zal na ongeveer vijf minuten uitschakelen In de meeste gevallen zal het controlelampje knipperen en zal de VHC worden uitgeschakeld worden als er geen actie van de bestuurder is. (VHC kan ook in minder dan vijf minuten deactiveren om oververhitting te voorkomen indien deze vaak gebruikt wordt op steile hellingen.)
Controlesysteem bandenspanning (TPMS)
TPMS waarschuwt de rijder wanneer de bandendruk laag is. Het op peil houden van de bandenspanning is belangrijk voor zowel de veiligheid als de levensduur van de band. De TPMS toont de huidige bandenspanning voor en achter op het Boom!™ Box GTS scherm (of op de snelheidsmeter op Road King® (FLHR) en Road King Special® (FLHRXS) modellen) en geeft een indicator weer om de rijder te waarschuwen wanneer de bandenspanning laag is en de druk moet worden gecontroleerd.