Deze motorfiets is uitgerust met een elektronische gasklepregeling (ETC). In plaats van een mechanische kabelverbinding met het gasklephuis, gebruikt deze technologie redundante handgreepsensoren om de door de bestuurder gewenste gaskleppositie aan de elektronische regelmodule (ECM) door te geven. De ECM regelt vervolgens de juiste brandstof- en luchttoevoer, en het juiste ontstekingstijdstip op basis van de handelingen van de bestuurder.
De elektronische regelmodule (ECM) bewaakt de status van de handgreepsensoren, de activering van de gasklep en de luchtstroom. Als er problemen worden gedetecteerd, wordt de cruise-control door de ECM uitgeschakeld, gaat de motorcontrolelamp branden en schakelt het systeem naar één van onderstaande modi.
Modus met beperkte functie van ETC
De bestuurder ervaart een nagenoeg normale bediening. De motorfiets werkt met voorzieningen die waken voor onbedoelde acceleratie.
Modus met vermogensregeling door ETC
De actuator van de gasklep valt terug naar de positie 'stationairaanslag' of 'snelheid verminderen', die voldoende koppel levert voor een rijsnelheid van ongeveer 40 km/h (25 mph) . De respons van de motorfiets op signalen van de handgreepsensor wordt verminderd.
Modus met door ETC geforceerd stationair bedrijf
De actuator van de gasklep wordt naar de positie voor 'snel stationair' gedwongen, met voldoende koppel om te kruipen, maar niet voldoende voor verkeerssnelheden.
Modus met door ETC geforceerde uitschakeling
De motor wordt gedwongen uitgeschakeld.