De brandstofvuldop verwijderen
WAARSCHUWING
Gebruik geen vuldoppen van andere merken. Vuldoppen van andere merken passen niet altijd goed en kunnen lekken, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. Neem contact op met een Harley-Davidson-dealer voor goedgekeurde vuldoppen. (00034a)
FLHP: Zie Afbeelding 1. De brandstofdop bevindt zich rechts op de brandstoftank. De dop aan de linkerkant is de brandstofmeter en kan niet worden verwijderd.
FLHTP: Zie Afbeelding 2. De brandstofdop bevindt zich onder een druktoets of vergrendelklepje op de brandstoftank.
Maak de brandstofdop open door deze naar links te draaien en op te tillen. Sluit de brandstofdop door deze naar rechts te draaien tot hij klikt. Door het ratelmechanisme in de dop wordt te strak aanhalen voorkomen. Na ongeveer een driekwartslag draaien komt de brandstofvuldop los.
1Brandstofmeter
2Brandstoftankdop
Afbeelding 1. Brandstofmeter: FLHP
1Vergrendelen
2Ontgrendelen
Afbeelding 2. Vergrendelen van brandstofklep
De tank vullen
WAARSCHUWING
Voorkom morsen. Maak de brandstoftankdop langzaam open. Het brandstofpeil mag niet hoger komen dan de onderste rand van het vulnekinzetstuk. Dit laat voldoende ruimte over zodat de brandstof kan uitzetten. Draai de vuldop na het tanken weer vast. Benzine is uitermate ontvlambaar en zeer explosief, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. (00028b)
WAARSCHUWING
Zet de motorfiets nooit met benzine in de tank binnen of in de garage waar open vuur, waakvlammen, vonken of elektromotoren aanwezig zijn. Benzine is uitermate ontvlambaar en zeer explosief, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. (00003a)
MEDEDELING
Mors tijdens het tanken geen brandstof op de motorfiets. Veeg op de motorfiets gemorste brandstof direct af. Brandstof kan cosmetische oppervlakken beschadigen. (00147b)
MEDEDELING
Gebruik alleen loodvrije brandstof in motorfietsen met katalysators. Indien loodhoudende brandstof wordt gebruikt, wordt het uitlaatregelsysteem beschadigd. (00150c)
Zie Afbeelding 3. Giet niet te veel brandstof in de brandstoftank. Plaats het pompmondstuk in de vulopening. Het brandstofpeil mag niet hoger komen dan de onderste rand van de vulnek. Een warme motor, de zon of extreme temperaturen kan de brandstof doen expanderen. Er kan brandstof uit de tank worden gemorst en de beschermlaag beschadigen. Zie Veiligheid staat voorop → Regels voor veilig gebruik.
Afbeelding 3. Brandstofniveau onder vulnek