Onregelmatigheden
  1. Onjuist beladen motorfiets. Niet-standaard uitrusting als zware radioreceivers, extra verlichtingsapparatuur of teveel of losse bagage kan een onstabiele weglegging veroorzaken.
  2. Het maximaal toelaatbare gewicht (GVWR) wordt overschreden door de belading (personen en goederen).
  3. Beschadigde band(en) of een verkeerde combinatie van voor- en achterband.
  4. Onregelmatige of plaatselijke slijtage van de voorband.
  5. Onjuiste bandenspanning.
  6. Schokdemper functioneert niet normaal.
  7. Onjuiste afstelling van de vering.
  8. Losse wielasmoeren. Haal aan tot het aanbevolen aanhaalmoment.
  9. Overmatige speling in wiellager.
  10. Achterwiel niet uitgelijnd met frame en voorwiel.
  11. Balhoofdlagers verkeerd afgesteld. Stel juist af en vervang lagers en loopringen die versleten zijn of putjes vertonen.
  12. Losse spaken (alleen motorfietsen met spaakwielen).
  13. Band en wiel niet gebalanceerd.
  14. Velgen en banden onrond of excentrisch op de naaf.
  15. Velgen en banden zijdelings niet gecentreerd.
  16. Problemen met achterwielas: onjuist vastgezet of gemonteerd of aslagers die los zitten, putjes vertonen of beschadigd zijn.
  17. Motorsteunen en/of stabilisatorverbindingen los, versleten of beschadigd.
  18. Verkeerde, niet-gespecificeerde band op voor- of achterwiel gemonteerd.