Gashendel
Zie
Afbeelding 1. De gashendel (9) bevindt zich op de rechter stuurhelft en wordt met de rechterhand bediend.
Om vermoeidheid bij de bestuurder op lange ritten te voorkomen, is er een veerbelaste frictieafstelschroef (10) aan de onderkant van de gashendelklem aangebracht.
1. | Draai de gashendel langzaam rechtsom (naar de voorkant van de motorfiets) om de gashendel te sluiten (afremmen). | |
2. | Draai de gashendel langzaam linksom (naar de achterkant van de motorfiets) om de gashendel te openen (accelereren). | |
| WAARSCHUWING Haal de afstelschroef niet zo ver aan dat de motor niet meer automatisch naar het stationaire toerental terugkeert. Indien de schroef te strak wordt aangehaald, kunt u de controle over de motor verliezen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00031b) |
3. | Schroef de afstelschroef los, zodat de motor stationair gaat draaien wanneer de gashendel los wordt gelaten. | |
4. | Draai de schroef verder vast om de frictie op de gashendel te verhogen. Dit dempt de bewegingen van de gashendel. | |
OPMERKING
De afstelschroef mag bij gewoon langzaam rijdend en stilstaand verkeer niet worden gebruikt.
Koppelingshendel
WAARSCHUWING
Houd uw vingers niet tussen de handhendel en de handgreep. Indien u uw hand verkeerd plaatst, dan kan het zijn dat u de hendel niet goed kunt bedienen. Dit betekent dat u de controle over de motor kunt verliezen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00032a)
Zie
Afbeelding 1. De koppelingshendel (1) bevindt zich op de linker stuurhelft en wordt met de vingers van de linkerhand bediend.
Trek de koppelingshendel langzaam tegen de handgreep om de koppeling volledig te ontkoppelen.
Schakel met het schakelpedaal de eerste versnelling in. Raadpleeg het hoofdstuk
Bedieningselementen en controlelampen → Stuurschakelaars.
Laat de koppelingshendel langzaam los om de koppeling in te laten grijpen.
Op de linker stuurhelft is een koppelingsschakelaar ingebouwd. Hiermee kan de bestuurder het voertuig in elke versnelling starten zolang de koppelingshendel wordt ingetrokken. Als de koppeling niet wordt ingetrokken, kan het voertuig niet gestart worden.
Paallamp-/achtervolgingslampschakelaar
Zie
Afbeelding 1. De paallamp-/achtervolgingslampschakelaar (11) bevindt zich op de rechter stuurhelft.
Beweeg de schakelaar vanuit de OFF-stand (uit) één positie naar links, aangeduid door AUX (extra), om de paallamp (indien voorzien) in te schakelen.
Beweeg de schakelaar vanuit de OFF-stand (uit) twee posities naar links, aangeduid door PURS (achtervolging), om de paallamp (indien voorzien) in te schakelen en de achtervolgingslampen beurtelings te laten knipperen. Een controlelamp gaat branden om aan te geven dat de achtervolgingslamp geactiveerd is.
OPMERKING
Bij de FLHP internationale configuratie zijn de achtervolgingslampen uitgeschakeld.
Afbeelding 1. Stuurbedieningselementen