Algemeen
Op de Police-modellen is een optioneel antiblokkeersysteem (ABS) beschikbaar. Volg de procedure voor remgebruik die van toepassing is op de motor die bereden wordt.
Non-ABS-remsysteem
De remmen moeten gelijkmatig worden bediend om te voorkomen dat de wielen blokkeren. Gebruik de voor- en achterrem gelijkmatig voor de beste resultaten.
WAARSCHUWING
Bedien de remmen niet zo hard dat het wiel blokkeert. Wanneer een wiel blokkeert, kunt u de controle over de motor verliezen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00053a)
ABS: Werking
Sensoren bij het voor- en achterwiel tasten de wielsnelheid af en zenden de gegevens naar een regeleenheid. De regelaar in de ABS-module verwerkt de gegevens om te bepalen of het wiel op het punt staat te blokkeren. Het voor- en achterwiel worden gestuurd door onafhankelijke regelsystemen.
Als een van de wielen tijdens afremmen langzamer gaat draaien dan het andere, of als het afremmen op de motor niet past bij een profiel dat in het geheugen is opgeslagen, dan reageert de regeleenheid onmiddellijk door het sturen van een opdracht naar de magneetklep welke de hydraulische druk op de remklauw vasthoudt of vrijgeeft en stelt vervolgens de remdruk opnieuw in werking zodra het wiel sneller begint te draaien. Deze cyclus die het elektronische equivalent is van het handmatig pompen van de remmen wordt meerdere malen per seconde herhaald.
Om de bestuurder er op attent te maken dat het ABS in werking is, kan er in het rempedaal en/of remhendel een pulserend gevoel of lichte trilling merkbaar zijn. Soms maakt de regeleenheid een kloppend of klikkend geluid. Dit betekent dat het ABS correct functioneert. De pulsering of het geluid ontstaat door het snel openen en sluiten van de magneetkleppen.
ABS: Banden en wielen
ABS-motorfietsen dienen altijd gebruik te maken van banden en velgen die hetzelfde zijn als de standaarduitrusting. Het ABS tast de draaisnelheid van de wielen af via afzonderlijke wielsnelheidsensors. Veranderen naar velgen met een andere diameter of monteren van een andere maat banden kan de draaisnelheid wijzigen. Dit kan de kalibratie van het ABS uit balans brengen en een negatief effect hebben op de capaciteit wielblokkeringen op te sporen en te voorkomen. Bandenspanning die buitengewoon laag is kan ook een nadelig effect hebben.
ABS: Gebruik
Trek de remmen stevig en continu aan met de motorfiets rechtop. De rembedieningsorganen niet moduleren of 'pompen'. Door de remmen te pompen wordt de effectieve werking van het ABS aanzienlijk verminderd. Gebruik de voor- en achterrem gelijkmatig voor de beste resultaten. Het is belangrijk NIET uw voet van het rempedaal te nemen of de remhendel los te laten wanneer de pulsering of het geluid voortgebracht wordt, maar stevige druk op de remmen te blijven uitoefenen.
In veel gevallen vermindert dit ook de remafstanden bij noodstopsituaties.
WAARSCHUWING
Het ABS kan blokkering van het achterwiel niet voorkomen wanneer dit veroorzaakt wordt door afremmen op de motor. Het ABS zal niet helpen bij het maken van bochten of op een los/oneffen wegdek. Wanneer een wiel blokkeert, kunt u de controle over de motor verliezen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00362a)