Motorcontrolelamp
Zie Afbeelding 1 en Afbeelding 2. Het motorcontrolelampje geeft de toestand van de motor/het motorbeheersysteem aan.
Het motorcontrolelampje gaat gewoonlijk branden wanneer de contactsleutel wordt omgedraaid. Gedurende deze tijd voert het motormanagementsysteem een reeks zelfdiagnoses uit.
Indien het motorlampje niet uit gaat nadat de motor is gestart, of op een ander tijdstip gaat branden, neem dan contact op met een Harley-Davidson-dealer.
Laagbrandstofniveaulamp
Brandt continu: Zie Afbeelding 1 en Afbeelding 2. Het laagbrandstofniveaulampje geeft aan wanneer de benzine in de tank het lage brandstofniveau bereikt (ongeveer). Zie Specificaties → Specificaties → Inhoud voor laag brandstofniveau. Zie Bedieningselementen en controlelampen → Kilometertellerfuncties voor brandstofbereikgegevens.
Knipperen: Als het laagbrandstofniveaulampje na het (bij)tanken blijft knipperen, moet u contact opnemen met een Harley-Davidson-dealer.
Accuontladingslamp
Zie Afbeelding 1 en Afbeelding 2. De accuontladingslamp geeft aan of de accu te vol of te leeg is. Raadpleeg Onderhoud en smering → Accuonderhoud.
Alarmlamp
Zie Afbeelding 1 en Afbeelding 2. Het lampje van het alarmsysteem geeft de status van het alarmsysteem en de elektrische zelfdiagnoses van de motorfiets weer. Zie ALARMSYSTEEM → Alarmsysteem voor de bediening van het alarmsysteem.
Knipperen: Het alarmsysteem is geactiveerd.
Brandt continu (alarmsysteem is ingeschakeld): Het alarm is geactiveerd.
Brandt continu (alarmsysteem is uitgeschakeld): Als het lampje blijft branden, neem dan contact op met een Harley-Davidson-dealer.
Richtingaanwijzerlampen
Knipperen: Er is een richtingaanwijzer geactiveerd. Wanneer de alarmknipperlichten in werking zijn, knipperen beide richtingaanwijzers tegelijkertijd.
Snel knipperend: Een van de richtingaanwijzers werkt niet. Wees voorzichtig en gebruik handsignalen. Vervang de onderdelen die niet werken zo snel mogelijk.
Grootlichtlamp
Zie Afbeelding 1 en Afbeelding 2. De grootlichtlamp brandt als de grootlicht- of passeerlichtschakelaar is geactiveerd.
Neutraallamp
Zie Afbeelding 1 en Afbeelding 2. De neutraallamp brandt wanneer de versnelling in vrij (neutraal) staat.
Cruise-controllampje
Off (uit): Cruise-control is niet ingeschakeld.
Oranje: Cruise-control is ingeschakeld. De cruisesnelheid is niet ingesteld of uitgezet.
Groen: Rijsnelheid is ingesteld. De snelheid van de motorfiets wordt gehandhaafd door het cruise-controlsysteem.
Controlelampje extra-/mistlamp
Het controlelampje van de extra-/mistlamp brandt wanneer de extra-/mistlampen zijn ingeschakeld (bij bepaalde modellen).
Controlelampje versnelling
Zie Afbeelding 1. Indien aanwezig wordt de huidige ingeschakelde versnelling (1-6) weergegeven in het kilometertellerscherm. Het controlelampje versnelling wordt berekend aan de hand van de rijsnelheid en het motortoerental. Het controlelampje versnelling blijft uit wanneer de versnellingsbak in neutraal staat, de koppelingshendel is ingeknepen of de motorfiets niet rijdt.
Het controlelampje versnelling is tijdelijk onbetrouwbaar, afhankelijk van de manier waarop de rijder de versnelling gebruikt en van de slijtage van de koppeling. Deze situatie kan voorkomen als de koppeling kan slippen vanwege overmatige slijtage, slecht afgestelde koppeling of als de rijder op de koppeling rijdt.
ABS-lampje
WAARSCHUWING
Als het ABS-lampje bij snelheden van meer dan 5 km/h (3 mph) blijft knipperen of constant blijft branden, werkt de ABS niet. Het standaard remsysteem blijft in werking, maar het blokkeren van de wielen is mogelijk. Neem voor reparatie van het ABS contact op met een Harley-Davidson-dealer. Wanneer een wiel blokkeert, kunt u de controle over de motor verliezen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00361b)
Knipperen: Zie Afbeelding 1 en Afbeelding 2. Bij voertuigen met ABS begint het ABS-lampje te knipperen als het voertuig wordt ingeschakeld. Het knipperende lampje geeft aan dat het systeem zichzelf controleert. Het lampje blijft knipperen totdat de rijsnelheid hoger is dan 5 km/h (3 mph). ABS is pas in bedrijf als het lampje uit gaat.
Brandt continu: Als het lampje continu brandt, is de ABS defect. De ABS is uitgeschakeld en de remmen werken als remmen zonder ABS. Ga naar een Harley-Davidson-dealer voor servicewerkzaamheden.
Lamp voor de koelvloeistoftemperatuur
WAARSCHUWING
Maak de drukdop van het koelsysteem niet los en verwijder deze niet als het koelsysteem heet is. Het koelsysteem staat onder druk en er kunnen heet koelmiddel en stoom onder de dop door ontsnappen. Deze kunnen ernstige brandwonden veroorzaken. Laat de motor afkoelen alvorens aan het koelsysteem te werken. (00091c)
MEDEDELING
Controleer altijd het koelvloeistofpeil indien de controlelamp voor de temperatuur van de koelvloeistof blijft branden. Indien er voldoende koelvloeistof is, maar de lamp blijft branden, zet de motor dan onmiddellijk af en rij pas weer verder wanneer het probleem is gevonden en de benodigde reparaties zijn uitgevoerd. Indien u dit niet doet, kan de motor beschadigd raken. (00158a)
Zie Afbeelding 1. Op Twin-Cooled-motorfietsen gaat het lampje van de motorkoelvloeistoftemperatuur branden wanneer deze de toegestane drempel overschrijdt.
Controleer de koelvloeistof en vul indien nodig bij. Zie Onderhoud en smering → Koelsysteem. Zie Storingen oplossen → Koelsysteem: Twin-Cooled-modellen voor andere problemen met het koelvloeistofsysteem.
Als het koelvloeistofniveau voldoende is en het lampje blijft branden, moet de motor onmiddellijk worden gestopt. Ga naar een Harley-Davidson-dealer voor servicewerkzaamheden.
Oliedruklamp
MEDEDELING
Als het controlelampje voor de oliedruk blijft branden, controleer dan altijd eerst het oliepeil. Indien er voldoende olie is, maar de lamp blijft branden, zet de motor dan onmiddellijk af en rijd pas weer verder wanneer het probleem is gevonden en de benodigde reparaties zijn uitgevoerd. Indien u dit niet doet, kan de motor beschadigd raken. (00157a)
Zie Afbeelding 1 en Afbeelding 2. Het oliedruklampje gaat branden wanneer het contact wordt aangezet. Het lampje blijft branden totdat de motor wordt gestart.
Als het lampje brandt terwijl de motor draait, circuleert er onvoldoende olie door de motor.
Controleer de motorolie en vul indien nodig bij. Zie Onderhoud en smering → Het motoroliepeil controleren. Zie Storingen oplossen → Motor voor andere mogelijke oorzaken.
Als het motoroliepeil voldoende is en het lampje blijft branden, moet de motor onmiddellijk worden gestopt. Ga naar een Harley-Davidson-dealer voor servicewerkzaamheden.
1Laag brandstofniveau
2Richtingaanwijzerlamp
3Oliedruk
4Controlelampje versnelling
5Neutraalstand
6Motorcontrole
7Cruise-control
8Beveiliging
9Grootlicht koplamp
10Controlelampje extra-/mistlamp
11ABS (tevens wordt km/h ABS-symbool getoond)
12Koelvloeistoftemperatuur
13Accuontlading
14Lichtsensor (geen controlelampje)
15Niet gebruikt
Afbeelding 1. Controlelampen: Modellen behalve FLHR, FLHRC, FLHRXS
1Motorcontrole
2ABS (tevens wordt km/h ABS-symbool getoond)
3Laag brandstofniveau
4Beveiliging
5Cruise-control
6Accuontlading
7Richtingaanwijzerlamp
8Grootlicht
9Neutraalstand
10Oliedruk
Afbeelding 2. Controlelampen: FLHR, FLHRC, FLHRXS