1. | Plaats de motorfiets op een vlakke ondergrond. | |
2. | Deactiveer de parkeerrem. Controleer of het voertuig gemakkelijk met de hand van zijn plaats kan worden geduwd. | |
3. | Zie Afbeelding 1. Trek de hoes terug. Draai de contramoer los. | |
4. | Trap het parkeerrempedaal in tot de eerste klik. Probeer het voertuig weg te rollen. a. Ga naar de volgende stap als er enige weerstand voelbaar is. b. Als de wielen vrij draaien, laat u de parkeerrem los en maakt u de stelinrichting groter. Controleer en herhaal tot u weerstand voelt. | |
5. | Trap het parkeerrempedaal twee klikken verder in tot de derde klik. Het voertuig mag nu niet meer van zijn plaats kunnen worden geduwd. Als de wielen vrij draaien, laat u de parkeerrem los en maakt u de stelinrichting groter. Controleer en herhaal tot de wielen niet meer draaien. | |
6. | Deactiveer het parkeerrempedaal. Controleer of het voertuig vrij kan bewegen. OPMERKING Breng een laagje vet aan op de schroefdraad van de stelinrichting om toekomstige afstellingen te vergemakkelijken. | |
7. | Houd de afstelschroef en haal de contramoer aan 8,1–13,6 N·m (72–120 in-lbs). | |
8. | Plaats de hoes over de stelinrichting. | |
9. | Zie CONTROLE voor een controle van de werking van de afgestelde parkeerrem. |
1 | Eerste uitsparing |
2 | Contramoer |
3 | Stelinrichting |