1. | Plaats de volledig opgeladen accu in de accuhouder met de aansluitpolen naar voren wijzend. | |
MEDEDELING Haal de bouten op de accupolen niet te strak aan. Houd de aanbevolen aanhaalmomenten aan. Indien de bouten van de accupolen te strak worden aangehaald, kunnen de accupolen beschadigd raken. (00216a) | ||
2. | Steek de bout door de pluskabel van de accu (+) (rood) in het schroefdraadgat van de pluspool van de accu (+). | |
3. | Haal de bout aan tot 6,8–10,8 N·m (60–96 in-lbs). | |
4. | Steek de bout door de minkabel van de accu (zwart) in het schroefdraadgat van de minpool van de accu (-). | |
5. | Haal aan tot 6,8–10,8 N·m (60–96 in-lbs). | |
MEDEDELING Houd de accu schoon en smeer een dunne laag vaseline op de polen om corrosie te voorkomen. Indien u dit niet doet, kunnen de accupolen beschadigd raken. (00217a) | ||
6. | Smeer een dunne laag vaseline of corrosie-vertragend materiaal op beide accupolen. | |
7. | Draai de klem zodanig dat het lipje (met rubberen kussentje) op de rand van de accu leunt. | |
8. | Haal de klembout aan tot 20,3–27,1 N·m (15–20 ft-lbs). | |
![]() Trek het zadel na de montage even omhoog om er zeker van te zijn dat het in de positie is vergrendeld. Tijdens het rijden kan een loszittend zadel verschuiven, waardoor men de controle over de motorfiets kan verliezen met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00070b) | ||
9. | Installeer het zadel. |