1. | Draai de gashendel langzaam rechtsom (naar de voorkant van de motor) om de gasklep te sluiten (afremmen). | |
2. | Draai de gashendel langzaam linksom (naar de achterkant van de motor) om de gasklep te openen (accelereren). | |
![]() Haal de afstelschroef niet zo ver aan dat de motor niet meer automatisch naar het stationaire toerental terugkeert. Indien de schroef te strak wordt aangehaald, kunt u de controle over de motor verliezen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00031b) | ||
3. | Schroef de afstelschroef los, zodat de motor stationair gaat draaien wanneer de gashendel los wordt gelaten. | |
4. | Schroef de schroef verder vast om de frictie op de gashendel te verhogen. Dit dempt de bewegingen van de gasklep. |
1 | Koppelingshendel |
2 | Claxonschakelaar |
3 | Koplampdimmerschakelaar |
4 | Schakelaar linker richtingaanwijzer |
5 | Hoofdremcilinderreservoir |
6 | Startknopschakelaar |
7 | Motorschakelaar |
8 | Remhendel |
9 | Gashendel |
10 | Instelschroef gashendel wrijving (niet getoond, niet gebruikt op cruise-control modellen) |
11 | Schakelaar rechter richtingaanwijzer |