Motorfiets gestopt, motor uit
Knijp de koppelingshendel in om de koppeling volledig te ontkoppelen. De versnelling kan niet inkoppelen omdat de tandwielassen niet draaien en de schakelcomponenten zich niet op één lijn bevinden. Beweeg de motorfiets naar voren en achteren terwijl u het schakelpedaal iets indrukt.
Opschakelen (accelereren)
Zie
Afbeelding 1. Schakel naar de volgende hogere versnelling als de motorfiets de schakelsnelheid bereikt. Zie
Tabel 1.
Tabel 1. Opschakelen (accelereren) –
snelheden
SCHAKELEN | km/u | mph |
---|
Eerste naar tweede | 25 | 15 |
Tweede naar derde | 40 | 25 |
Derde naar vierde | 55 | 35 |
Vierde naar vijfde | 70 | 45 |
Vijfde naar zesde | 85 | 55 |
Sluit de gashendel.
Laat de koppeling ontkoppelen (trek de koppelingshendel in).
Til het schakelpedaal zo ver mogelijk omhoog en laat hem los.
Laat de koppeling ingrijpen (laat de koppelingshendel langzaam los) en open de gashendel geleidelijk.
Herhaal de voorgaande stappen om de andere versnellingen in te schakelen.
OPMERKING
Laat de koppeling volledig ontkoppelen, voordat u overschakelt.
Open de gasklep gedeeltelijk, zodat de motor niet schokt wanneer de koppeling wordt losgelaten.
Afbeelding 1. Schakelvolgorde: Opschakelen
Terugschakelen (afremmen)

WAARSCHUWING
Schakel niet terug bij hogere dan de aangegeven snelheden. Indien er bij te hoge snelheden wordt teruggeschakeld, kan het achterwiel de grip op de weg verliezen en kan de controle over de motor worden verloren, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00045b)
Zie
Afbeelding 2. Als het motortoerental daalt, zoals bij het beklimmen van een heuvel of vóór een bocht, schakelt u over naar de eerstvolgende lagere versnelling. Zie
Tabel 2.
Tabel 2. Terugschakelen (afremmen) –
snelheden
SCHAKELEN | km/u | mph |
---|
Zesde naar vijfde | 80 | 50 |
Vijfde naar vierde | 65 | 40 |
Vierde naar derde | 50 | 30 |
Derde naar tweede | 30 | 20 |
Tweede naar eerste | 15 | 10 |
OPMERKING
De schakelpunten in de tabel zijn aanbevelingen. Bestuurders kunnen hun eigen schakelpatronen bepalen die geschikt zijn voor hun eigen rijstijl en deze kunnen verschillen van de aangegeven patronen.
Sluit de gashendel.
Laat de koppeling ontkoppelen (trek de koppelingshendel in).
Trap het schakelpedaal zo ver mogelijk omlaag en laat hem los.
Laat de koppeling ingrijpen (laat de koppelingshendel langzaam los) en open de gashendel geleidelijk.
Herhaal de voorgaande stappen om de andere versnellingen in te schakelen.
OPMERKING
Laat de koppeling volledig ontkoppelen, voordat u overschakelt.
Open de gasklep gedeeltelijk, zodat de motor niet schokt wanneer de koppeling wordt losgelaten.
MEDEDELING
Schakel naar neutraal alvorens de motor af te zetten. Het schakelmechanisme kan worden beschadigd indien er wordt geschakeld terwijl de motor is afgezet. (00183a)
Het schakelmechanisme staat het schakelen van neutraal naar de eerste of tweede versnelling toe.
Afbeelding 2. Schakelvolgorde: Terugschakelen