Blijf rechts van de middenlijn op de weg wanneer er sprake is van tegemoetkomend verkeer. Blijf links van het midden van uw rijbaan rijden om olievlekken op het wegdek te vermijden.
Gebruik altijd de claxon en richtingaanwijzers wanneer u andere verkeersdeelnemers gaat passeren en ga hierbij voorzichtig te werk. Probeer nooit een ander voertuig te passeren op kruisingen, in bochten of bij het opgaan of afdalen van een heuvel.
Geef op een gelijkwaardige kruising het verkeer van rechts voorrang. Ga er niet vanuit dat u voorrang heeft. Het kan zijn dat de andere bestuurder dit gebod negeert.
Geef altijd het juiste signaal wanneer u wilt gaan stoppen, van richting veranderen of passeren.
Alle verkeersborden, ook die op kruisingen, moeten worden opgevolgd. VERKEERSBORDEN in de buurt van scholen en WAARSCHUWINGSBORDEN bij spoorwegovergangen dienen altijd te worden opgevolgd en u dient uw handelingen hieraan aan te passen.
Wanneer u linksaf wilt slaan, schakel het knipperlicht dan zeker 30,5 m (100 ft) voor de bocht in. Ga naar het midden van de weg (tenzij plaatselijk geldende regels iets anders aangeven), verminder gas, rijd de kruising op en sla voorzichtig linksaf.
Ga er nooit vanuit dat een stoplicht van kleur zal verspringen. Indien bij een kruising ORANJE wordt aangegeven ten teken dat u moet stoppen, doe dit dan en wacht tot het stoplicht weer op GROEN springt. Rijd nooit door oranje of rood.
Let bij het afslaan naar links of rechts op voetgangers, dieren en andere voertuigen.
Geef bij het optrekken vanaf een stoeprand of parkeerplaats altijd aan dat u dit van plan bent. Controleer of het veilig is om in het verkeer in te voegen. Bewegend verkeer heeft altijd voorrang.
Uw kentekenplaat moet op de wettelijk aangegeven plaats zijn aangebracht en te allen tijde duidelijk zichtbaar zijn. Houd de plaat schoon.
Rijd met een veilige snelheid die geschikt is voor het soort weg waarop u zich bevindt. Let goed op of de weg droog is of nat, en of zich hier olie op bevindt of ijzel.
Let op vervuilingen, zoals bladeren of los grind.
U moet uw snelheid en rijgedrag aanpassen aan de heersende weers- en verkeersomstandigheden.