Stationair draaien bij hoge temperatuur twin cam met inspuiting
Twin cam-motoren met brandstofinspuiting maken gebruik van een 3 fasen hittebeheersysteem om de motortemperatuur bij extreme omstandigheden te reduceren. Een bestuurder op een motorfiets met een zeer hete motor kan de effecten van dit 3 fasen hittebeheersysteem opmerken en onterecht aannemen dat er een probleem bestaat met het stationair draaien.
Fase 1: Wwanneer de motortemperatuursensor aangeeft dat de cilinderkop een temperatuur van circa 160 °C (320 °F) heeft bereikt, dan zal de ECM het motortoerental bij het stationair draaien geleidelijk verlagen tot de motortemperatuur daalt of het motortoerental 800 omw/min bereikt.
Fase 2: Wanneer de motortemperatuur 170 °C (338 °F) bereikt, verrijkt de ECM het brandstof-luchtmengsel om zo voor een extra koeling te zorgen.
Fase 3: Wanneer de motortemperatuur 180 °C (356 °F) bereikt, worden de injectorpulsen onderbroken. De lucht die wordt ingezogen en uitgestoten helpt bij het verder afkoelen van de motor. Aangezien er geen verbranding plaats vindt, kan dit als overslaan worden aangezien. Deze derde fase treedt alleen op wanneer de motorfiets stilstaat.