1. | Verwijder de olievulplug/peilstok. OPMERKING De olie stroomt sneller indien de vuldop/peilstok uit het oliereservoir is verwijderd. | |
2. | Plaats een geschikte opvangbak onder de krukkast van de motor. De opvangbak moet een inhoud van circa 3,8 L (4 qt [VS]) hebben. | |
3. | Zie Afbeelding 2. Ga naar de aftapslang en de steun van het oliereservoir. Deze bevinden zich op het frame aan de onderzijde van de motor. | |
4. | Haal de steun van het frame af. | |
MEDEDELING Gebruik de Harley-Davidson oliefiltersleutel om het filter te verwijderen. Door dit gereedschap te gebruiken, kunnen beschadigingen aan de carterpositiesensor en/of de sensorkabel worden voorkomen. (00192b) | ||
5. | Verwijder de wormklem en steek het vrijliggende uiteinde van de aftapslang in het reservoir. Tap alle olie uit het reservoir af. De krukkast hoeft niet te worden afgetapt. | |
6. | Plaats de olieaftapslang terug in de steun. Haal de wormklem aan. Bevestig de steun weer aan het motorframe. | |
7. | Haal de opvangbak weg vanonder de krukkast. | |
8. | Draai het oliefilter linksom om de filterbevestiging te verwijderen. | |
9. | Gooi het oliefilter weg. |
1 | Carter |
2 | Oliefilter |
1. | Giet circa 120 mL (4 fl-oz VS) verse, schone motorolie in het nieuwe oliefilter. Geef het filterelement de tijd de olie op te zuigen. OPMERKING Vul het oliefilter gedeeltelijk alvorens deze te installeren, om de tijd te minimaliseren die nodig is voor het opbouwen van de oliedruk wanneer de motor voor het eerst wordt gestart. | |
2. | Zie Afbeelding 3. Veeg het aanraakoppervlak van de filterpakking van de oliefilterbevestiging met een schone doek schoon. Het oppervlak moet glad zijn, zonder afval of resten oud pakkingsmateriaal. | |
3. | Breng een dunne oliefilm aan op het raakoppervlak van de pakking op de krukkast (3), de pakking en het nieuwe oliefilter. | |
4. | Schroef het filter in de adapter tot de pakking het oppervlak raakt. Schroef het filter nog 1/2-3/4 omwenteling vast wanneer de pakking het filterbevestigingsoppervlak raakt. | |
MEDEDELING Maak de frameclip los van de framebuis. Maak de wormklem los en verwijder de aftapslang uit de frameclip. Laat een kleine hoeveelheid olie uit de slang stromen alvorens de slang weer aan te sluiten. Zo wordt de lucht uit de aftapslang verdreven en wordt de kans op holtevorming in de oliepomp verkleind. (00355a) | ||
5. | Zie Afbeelding 2. Gebruik de steun om de aftapslang van het oliereservoir vast te zetten aan de onderzijde van het motorframe. | |
6. | Zie Onderhoud en smering → Motorsmering → Aanbevolen motoroliën. Giet 3,4 liter (3.6 qt VS) in de motorolietank, met aftrek van de 120 mL (4 fl-oz) die u in stap 1 hebt toegevoegd. Gebruik altijd de juiste olie-grade voor de laagste luchttemperatuur die wordt verwacht voordat de olie volgens het schema weer moet worden ververst. | |
7. | Start de motor. Controleer of het oliedruksignaallampje dooft wanneer het motortoerental 1000 omw/min of hoger is. | |
8. | Plaats de olievuldop/peilstok in het oliereservoir. Controleer of de dop correct is aangebracht. | |
9. | Controleer bij het oliefilter en de aftapslang van het oliereservoir op olielekkages. Zet de motor af. |
1 | ENKEL dunne olie film |
2 | Oliefilter |
3 | Bevestigingsplaat |