De volumeregeling wordt weergegeven als de bestuurder of passagier op de volumeschakelaar drukt.
Bestuurder (schakelaars op stuur): past het volume van de luidsprekers en de koptelefoon van de bestuurder aan (indien ingeschakeld).
Passagier (op modellen die zijn uitgerust met een Tour-Pak): past alleen het volume van de koptelefoon van de passagier aan.
Als de volumeknoppen worden ingedrukt tijdens een melding of als een specifieke functie actief is (bijvoorbeeld tijdens spraakherkenning, een navigatiemelding of als CB of intercom actief is), wordt het volume voor die specifieke functie gewijzigd en op het scherm weergegeven.
Afbeelding 1. Headsetvolume afstellen