De Citizens Band (CB) Radio Service is een particuliere, tweerichtings, spraakcommunicatiedienst over korte afstand voor persoonlijke of zakelijke activiteiten van de bevolking. De CB-radiodienst mag tevens worden gebruikt voor spraakoproepen.

(a) U moet aan deze regels voldoen (Zie CB-regel 21 artikel 95.421, voor de straffen bij overtredingen) wanneer u een zender in de CB-dienst exploiteert vanuit:

(b) Uw CB-zender moet voldoen aan de technische regels vervat in subonderdeel E van deel 95.

(c) In instanties waar in de regels het woord 'u' wordt gebruikt, betreft het een persoon die een CB-zender exploiteert.

(d) In gevallen waarin de regels het woord 'persoon' wordt gebruikt, hebben de regels betrekking op een persoon, een bedrijf, een partnerschap, een vereniging, een vennootschap op aandelen, een trust, een staat, een territoriale of lokale regeringsinstelling of een andere wettelijke entiteit.

(e) In instanties waar in de regels de term 'FCC' wordt gebruikt, betreft het de Federal Communications Commission (Amerikaanse Federale communicatiecommissie).

(f) In instanties waar in de regels de term 'CB-zender' wordt gebruikt, betreft het een radiozender die uitzendingen verricht bij de CB-radiodienst.

U bent gerechtigd om een CB-zender te exploiteren, mits:

(a) u een (vertegenwoordiger van) een buitenlandse regering of een federale regeringsinstelling bent; of

(b) de FCC tegen u een bevel heeft uitgevaardigd om activiteiten te staken en gestaakt te houden, en dit bevel nog steeds van kracht is.

U hoeft geen afzonderlijke vergunning te hebben om een CB-zender te exploiteren. U ben door deze regel gerechtigd om uw CB-zender in overeenstemming met de regels in dit subonderdeel te exploiteren.

U bent gerechtigd uw CB-zender te exploiteren vanuit:

(a) binnen of boven elk gebied ter wereld waar radiodiensten worden geregeld door de FCC. Deze gebieden zijn binnen de territoriale grenzen van:

Eilanden in het Caraïbische zeegebied:

Eilanden in het Stille Oceaangebied:

(b) Alle overige gebieden ter wereld behalve binnen de territoriale grenzen van gebieden waar de radiodiensten worden geregeld door een andere Amerikaanse instantie dan de FCC. (U bent onderworpen aan de regels daarvan.) Een buitenlandse regering (U bent onderworpen aan de regels daarvan.)

(c) Een (lucht-)vaartuig, met toestemming van de kapitein, binnen of boven een gebied ter wereld waar de radiodiensten worden geregeld door de FCC of op/boven internationale wateren. U moet uw CB-zender exploiteren in overeenstemming met toepasselijke verdragen waarbij de Verenigde Staten partij is.

(d) Een ieder die van plan is een CB-zender te exploiteren op de eilanden van Puerto Rico, Desecheo, Mona, Vieques en Culebra op een dergelijke manier dat deze een storingsbedreiging vormt voor de Arecibo-radiotelescoop, dient het Interference Office, Arecibo Observatory, Post Office Box 995, Arecibo, Puerto Rico 00613, schriftelijk of elektronisch op de hoogte te brengen van de locatie van de eenheid. Gebruikers willen misschien de richtlijnen voor interferentie raadplegen die verkrijgbaar zijn bij de Cornell-universiteit. Exploitanten die ervoor kiezen om informatie elektronisch te verzenden, dienen een e-mail te sturen naar: prcz@naic.edu.

(a) Als uw CB-zender zich op terreinen bevinden die door het Amerikaanse Ministerie van Defensie worden beheerd, kunt u worden verplicht om akkoord te gaan met extra voorschriften die door de bevelvoerende officier van de installatie worden opgelegd.

(b) Als uw CB-zender wordt gebouwd op een ecologisch gevoelige locatie of op een dergelijke wijze wordt geëxploiteerd dat hieruit milieuproblemen voortvloeien, onder artikel 1.1307 van dit hoofdstuk, moet u een milieueffectbeoordeling opstellen, zoals is voorgeschreven in artikel 1.1311 van dit hoofdstuk, en een milieuanalyse ondergaan, artikel 1.1312 van dit hoofdstuk, voordat de bouw begint.

(a) Uw CB-zender mag alleen op de volgende kanalen (frequenties) zenden:

Kanaal........................................Frequentie (megahertz - MHz)

1...............................26.965 2...............................26.975 3...............................26.985 4...............................27.005 5...............................27.015 6...............................27.025 7...............................27.035 8...............................27.055 9.............................*27.065 10.............................27.075 11.............................27.085 12.............................27.105 13.............................27.115 14.............................27.125 15.............................27.135 16.............................27.155 17.............................27.165 18.............................27.175 19.............................27.185 20.............................27.205 21.............................27.215 22.............................27.225 23.............................27.255 24.............................27.235 25.............................27.245 26.............................27.265 27.............................27.275 28.............................27.285 29.............................27.295 30.............................27.305 31.............................27.315 32.............................27.325 33.............................27.335 34.............................27.345 35.............................27.355 36.............................27.365 37.............................27.375 38.............................27.385 39.............................27.395 40.............................27.405 ........................*zie alinea (b) van dit hoofdstuk.......................

(b) Kanaal 9 mag alleen worden gebruikt voor noodcommunicatie of voor reizigershulp.

(c) U moet ten allen tijde en op alle kanalen voorrang geven aan noodcommunicatieberichten met betrekking tot de onmiddellijke veiligheid van levens of onmiddellijke bescherming van eigendom.

(d) U mag voor noodcommunicatie of reizigershulp ongeacht welk kanaal gebruiken.

(e) U moet elk kanaal delen met andere gebruikers.

(f) De FCC reserveert geen kanalen voor het particuliere of exclusieve gebruik van een bepaalde CB-zender of groep van zenders.

(g) De FCC reserveert geen kanalen voor het particuliere of exclusieve gebruik van een bepaalde CB-zenders die via enkelzijband of AM zenden.

(a) Antenne wil zeggen het zendsysteem (voor verzenden, ontvangen of beide) en het bouwwerk dat dit in de lucht houdt (toren, paal of mast). Het betekent tevens al het andere wat aan het zendsysteem en het bouwwerk vastzit.

(b) Als uw antenne aan een handbestuurde, draagbare eenheid is gemonteerd, zijn geen van de volgende beperkingen van toepassing.

(c) als uw antenne op een vaste locatie staat, moet deze (of het nu om voor zenden, ontvangen of beide betreft) voldoen aan elk van beide volgende beperkingen:

(d) Als uw CB-zender zich dicht bij een luchthaven bevindt en uw antenneconstructie meer dan 6,1 meter (20 feet) hoog is, moet u mogelijk aan extra beperkingen voldoen. Het hoogste punt van uw antenne mag niet meer dan één meter uitsteken boven de luchthavenhoogte voor elke honderd meter afstand van het dichtstbijzijnde punt van de dichtstbijzijnde start-landingsbaan van de luchthaven. Verschillen in terreinhoogtes tussen uw antenne en de start-/landingsbaan kunnen een complicerende factor zijn voor deze formule. Als uw CB-zender dicht bij een luchthaven is, kunt u het dichtstbijzijnde plaatselijke FCC-kantoor vragen om een werkblad als hulpmiddel bij het uitrekenen van de maximaal toegestane hoogte van uw antenne. Raadpleeg deel 17 van de regels van de FCC voor meer informatie. Waarschuwing: Installatie/weghalen van antennes van CB-zenders dicht bij elektriciteitsleidingen is gevaarlijk. Volg voor uw eigen veiligheid de installatie-instructies op die bij uw antenne zijn meegeleverd.

(a) U moet een door de FCC gecertificeerde CB-zendinstallatie gebruiken in uw CB-zender. U kunt een door de FCC gecertificeerde zendinstallatie herkennen aan het certificeringslabel dat door de fabrikant erop is bevestigd. U kunt een lijst van gecertificeerde apparatuur bestuderen op elke plaatselijk FCC-kantoor of het FCC-hoofdkantoor. Wanneer u een zendinstallatie gebruikt die niet FCC-gecertificeerd is, verliest u het recht om de zender te exploiteren.

(b) U mag geen inwendige aanpassingen (laten) aanbrengen aan een gecertificeerde CB-zendinstallatie. (Zie CB-regel 25, artikel 95.425). Elke inwendige aanpassing aan een gecertificeerde CB-zendinstallatie maakt de certificering ongeldig en bij gebruik van een dergelijke zendinstallatie verliest u het recht om de zender te exploiteren.

(a) Het uitgangsvermogen van uw CB-zendinstallatie mag onder geen enkele voorwaarde de volgende waarden overschrijden. AM (A3)- 4 watt (draaggolfvermogen) SSB- 12 watt (piek-omhullend vermogen)

(b) Als u meer informatie wilt over de vermogensregel, raadpleegt u de technische regels in subonderdeel E van deel 95.

(c) Bij gebruik van een zendinstallatie die een draaggolfvermogen of piek-omhullend vermogen heeft dat hoger is dan is toegestaan, verliest u het recht om de zender te exploiteren.

(a) U mag de volgende artikelen (vermogensversterkers) niet op enige wijze aansluiten op uw gecertificeerde CB-zendinstallatie:

(b) Er zijn geen uitzonderingen op deze regel, en bij gebruik van een vermogensversterker verliest u het recht om de zender te exploiteren.

(c) De FCC gaat ervan uit dat u een lineaire of een andere RF-vermogensversterker hebt gebruikt als:

(d) Alinea (c) van dit hoofdstuk is niet van toepassing als u in bezit bent van een licentie bij een andere radiodienst die u toestaat om een externe RF-vermogensversterker te gebruiken.

(a) u mag uw CB-zender gebruiken om tweerichtings communicatie in gewone taal uit te zenden. Tweerichtings communicatie in gewone taal is communicatie zonder codes of gecodeerde berichten. Geluidssignalen zoals de 'tien-codes' worden niet als codes of gecodeerde berichten beschouwd. U mag alleen tweerichtingscommunicatie in gewone taal naar andere CB-zenders, naar eenheden van uw eigen CB-zender of naar bevoegde overheidszenders op CB-frequenties uitzenden over-

(b) U mag alleen via uw CB-zender een toonsignaal uitzenden wanneer dit signaal wordt gebruikt om contact te maken of communicatie voort te zetten. (Voorbeelden van circuits die gebruikmaken van deze signalen zijn circuits voor via tonen functionerende ruisonderdrukking en voor selectieve oproepen.) Als het signaal een hoorbare toon is, mag deze binnen een bepaalde tijd niet langer dan 15 seconden duren Als het signaal een onhoorbare toon is, mag deze onafgebroken worden uitgezonden zolang u praat.

(c) U mag via uw CB-zender alleen eenrichtingscommunicatie (berichten die niet zijn bedoeld om communicatie tot stand te brengen tussen twee of meer bepaalde CB-zenders) uitzenden voor noodcommunicatie, reizigershulp, korte tests (radiocontroles) of spraakoproepen.

(a) U mag geen CB-zender gebruiken:

(b) U mag niet via uw CB-zender communicatie uitzenden om live of met vertraging een uitzending van een radio- of televisiezender te herhalen. U mag uw CB-zender wel gebruiken om nieuwsitems te verzamelen of programma's voor te bereiden.

(a) U mag geen directe of indirecte betaling aanvaarden voor het maken van uitzendingen met uw CB-zender.

(b) U mag een CB-zender gebruiken als hulpmiddel om een dienst te verlenen waarvoor u wordt betaald, zolang u alleen voor de dienst wordt betaald en niet voor het feitelijke gebruik van de CB-zender.

U bent verantwoordelijk voor alle communicatie die u vanuit een CB-zender voert.

(a) U moet uw CB-communicatie beperken tot de minimale praktische tijd.

(b) Als u communiceert met een andere CB-zender of andere CB-zenders, moeten u en de met u communicerende zenders uw gesprekken beperken tot maximaal vijf onafgebroken minuten.

(c) Aan het einde van uw gesprek mogen u en de met u communicerende zenders minstens één minuut niet meer uitzenden.

(a) U hoeft uw CB-communicatie niet van een id te voorzien.

(b) [U wordt wel gestimuleerd om uw CB-communicatie via de volgende middelen van een id te voorzien:

(c) [U wordt gestimuleerd om alleen uw "handle" te gebruiken in combinatie met de identificatiemethoden die zijn vermeld in alinea (b) van dit hoofdstuk.]

Artikel 95.418 (CB-regel 18) Hoe gebruik ik mijn CB-zender in een noodgeval om een reiziger hulp te bieden? >

(a) U moet te allen tijde en op alle kanalen voorrang geven aan noodcommunicatie.

(b) Wanneer u rechtstreeks deelneemt aan noodcommunicatie, hoeft u zich niet te houden aan de regel over de lengte van uitzendingen (CB-regel 16, artikel 95.416). U moet zich wel aan alle andere regels houden.

(c) U mag uw CB-zender gebruiken voor communicatie die nodig is om een reiziger te helpen om zijn/haar bestemming te bereiken of om de benodigde diensten te ontvangen. Wanneer u uw CB-zender gebruikt om een reiziger te helpen, hoeft u zich niet te houden aan de regel over de lengte van uitzendingen (CB-regel 16, artikel 95.416). U moet zich wel aan alle andere regels houden.

(d) U mag uw CB-zender gebruiken om eenrichtings communicatie over de situatie op snelwegen uit te zenden om reizigers te helpen.

(a) U mag een CB-zendinstallatie niet bedienen via een radiografische afstandsbediening.

(b) U mag een CB-zendinstallatie bedienen met een via een draad verbonden afstandsbediening, als u hiervoor schriftelijk goedkeuring hebt verkregen van de FCC. Voor het verkrijgen van goedkeuring door de FCC moet u aantonen waarom u uw zender moet bedienen met een via een draad verbonden afstandsbediening. Als u goedkeuring krijgt van de FCC, moet u de goedkeuring als onderdeel van uw zenderadministratie bewaren. Zie CB-regel 27, artikel 95.427.

(c) Afstandsbediening wil zeggen dat de CB-zendinstallatie wordt bediend vanuit een andere locatie dan die van de CB-zendinstallatie. Rechtstreekse mechanische of elektrische besturing vanuit een bepaalde locatie op hetzelfde terrein, in hetzelfde (lucht-)vaartuig of voertuig als de CB-zendinstallatie wordt niet gezien als een afstandsbediening.

(a) U mag uw CB-zendinstallatie verbinding laten maken met een telefoon als u alle volgende eisen voldoet:

(i) handmatig verbinding maken (de verbinding mag niet met een afstandsbediening worden gemaakt);

(ii) toezicht houden op de werking van de zendinstallatie tijdens het verbinding maken;

(iii) naar alle communicatie luisteren tijdens het verbinding maken; en

(iv) alle communicatie stopzetten als er activiteiten plaatsvinden die een inbreuk vormen op deze regels.

(b) De CB-zendinstallatie waarmee u verbinding maakt met een telefoon, mag niet gedeeld worden met een andere CB-zender.

(c) Als u uw CB-zendinstallatie verbinding laat maken met een telefoon, moet u een patchapparaat voor de telefoon gebruiken die geregistreerd is bij de FCC.

(a) Als de FCC van mening is dat u opzettelijk of herhaaldelijk de Amerikaanse Communications Act of de FCC-regels hebt overtreden, moet u mogelijk voor elke overtreding een bedrag tot $10.000 betalen, tot een totaal van $75.000. (Zie artikel 503(b) van de Communications Act.)

(b) Als de FCC van mening is dat u een artikel van de Communications Act of de FCC-regels hebt overtreden, kunt u worden gesommeerd om te stoppen met de handeling die de overtreding heeft veroorzaakt. (Zie artikel 312(b) van de Communications Act.)

(c) Als een federale rechtbank van mening is dat opzettelijk en bewust een FCC-regel hebt overtreden, kunt u worden beboet met een bedrag tot $500 voor elke dag dat u de overtreding hebt begaan. (Zie artikel 502 van de Communications Act.)

(c) Als een federale rechtbank van mening is dat opzettelijk en bewust een bepaling van de Communications Act hebt overtreden, kunt u worden beboet met een bedrag tot $10.000 of worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van één jaar, of beide. (Zie artikel 501 van de Communications Act.)

(a) Als de FCC vermoedt dat u de Communications Act of deze regels hebt overtreden, kan de FCC u een kennisgeving van discrepantie sturen.

(b) U moet binnen de in de kennisgeving vermelde termijn een antwoord sturen met:

(c) Als de FCC u een brief stuurt waarin u vragen worden gesteld over uw CB-radiozender of de exploitatie ervan, moet u alle vragen beantwoorden met een volledige schriftelijke verklaring binnen het termijn dat in de brief is vermeld.

(d) U mag uw antwoorden niet inkorten door verwijzingen naar andere communicatie of kennisgevingen.

(e) U moet uw antwoord opsturen naar het FCC-kantoor dat u de kennisgeving heeft gestuurd.

(f) U moet een kopie van uw antwoord in de zenderadministratie bewaren. (Zie CB-regel 27, artikel 95.427.)

(a) Als de FCC u laat weten dat uw CB-zender storing veroorzaakt om technische redenen, moet u alle instructies in de officiële FCC-kennisgeving opvolgen. (Deze kennisgeving kan u verplichten tot het laten uitvoeren van technische aanpassingen aan uw apparatuur.)

(b) U moet zich houden aan de beperkingen voor de bedrijfsuren van de CB-zender die in de officiële kennisgeving kunnen zijn opgenomen.

(a) U kunt een antenne van uw CB-zendinstallatie bijstellen en radiocontroles uitvoeren. Een radiocontrole betreft een korte eenrichtingsuitzending om de zendinstallatie te testen.

(b) U bent te allen tijde verantwoordelijk voor de correcte werking van de zender en van u wordt verwacht dat u voorziet in rapportage, servicewerkzaamheden en onderhoud zo vaak als nodig mocht zijn om een correcte werking te waarborgen. U moet alle inwendige reparaties of aanpassingen aan uw CB-zendinstallatie laten uitvoeren in overeenstemming met de technische voorschriften (zie subonderdeel E). De inwendige reparaties of aanpassingen dienen te worden uitgevoerd door of onder het directe toezicht en de directe verantwoording van een persoon die gecertificeerd is als technisch gekwalificeerd om onderhoud en reparatiewerkzaamheden uit te voeren aan zendinstallaties voor particuliere landmobiele diensten en vaste diensten door een organisatie of commissievertegenwoordiger van gebruikers in die diensten.

(c) Behoudens als is bepaald in alinea (d) van dit hoofdstuk, moeten alle inwendige reparaties en aanpassingen aan de CB-zendinstallatie waarin signalen worden verzonden, worden uitgevoerd met behulp van een antenne die niet uitzendt (een 'dummy').

(d) Er kunnen korte testsignalen (signalen niet langer dan één minuut gedurende een periode van vijf minuten) met behulp van een zendantenne worden uitgezonden om:

(a) U mag geen inwendige aanpassingen (laten) maken aan uw CB-zendinstallatie.

(b) Een inwendige aanpassing houdt niet in:

(a) Als een bevoegde FCC-vertegenwoordiger een verzoek doet om uw CB-zender te inspecteren, moet u uw CB-zender en uw administratie ter beschikking stellen voor inspectie.

(b) Een CB-zender omvat alle radioapparatuur die u gebruikt.

Uw zenderadministratie omvat de volgende documenten, voor zover van toepassing.

(a) Een kopie van elk antwoord op een kennisgeving van een overtreding of een brief van de FCC. (Zie CB-regel 22, artikel 95.422.)

(b) Alle schriftelijke goedkeuringen die van de FCC zijn verkregen. (Zie CB-regel 19, artikel 95.419.)

(a) Het nationale FCC-callcenter op 1-888-225-5322.

(b) De FCC-homepage op internet: http://www.fcc.gov.

(c) Schriftelijke correspondentie aan FCC te richten aan: CB, 1270 Fairfield Road, Gettysburg, PA 17325-7245 Verenigde Staten.

Bron: 48 FR 24894, 3 juni 1983, tenzij anders vermeld.