1 | Hartlijn voertuig loodrecht op muur |
2 | Verticale middenlijn van het voertuig |
3 | 7,6 m (25 ft) |
4 | Middenlijn dimlichtlens |
5 | Horizontale lijn op middenlijn van dimlicht |
6 | Middenlijn linker koplamp |
7 | Middenlijn rechter koplamp |
1. | Plaats de motor richting een doelmuur, zoals beschreven hierboven. | |
2. | Verwijder de schroef en de borgring waarmee de richtingaanwijzers bevestigd zijn. Verwijder de richtingaanwijzers van de koplampmontagesteunen. | |
3. | Draai de moeren van de koplamp niet verder los dan noodzakelijk is om de koplamp af te stellen. | |
4. | Schakel het dimlicht in. | |
5. | Raadpleeg Afbeelding 2. Dek de rechter koplamp af. Stel de linker koplamp zo af dat de bovenkant van het sterkste deel van de lichtbundel (6) zich op of onder de horizontale lijn (4) bevindt en in het midden onder de linker hartlijn bevindt (2). | |
6. | Dek de linker koplamp af. Stel de rechter koplamp zo af dat de bovenkant van het sterkste deel van de lichtbundel (5) zich op of onder de horizontale lijn (4) bevindt en ongeveer in het midden onder de rechter hartlijn (3). | |
7. | Haal de moer van de koplamp aan tot: Koppel: 27,1–32,5 N·m (20–24 ft-lbs) Koplampklemmoer: Dubbele LED | |
8. | Zet de richtingaanwijzers vast met de schroef en borgring. Haal aan tot: Koppel: 10,9–17,6 N·m (96–156 in-lbs) Schroef richtingaanwijzerlamp, led voor |
1 | Hartlijn voertuig |
2 | Verticale hartlijn linker koplamp |
3 | Verticale hartlijn rechter koplamp |
4 | Middenlijn dimlichtlens |
5 | Lichtstraal van hoge intensiteit links |
6 | Lichtstraal van hoge intensiteit rechts |