Algemeen
De demping wordt vanuit de fabriek afgesteld op een doorsnee solo-rijder en normale rij-omstandigheden. De bestuurder kan aanpassingen maken ter compensatie van de individuele rijstijl en verschillende rij-omstandigheden.
Evaluatie en regeling van de uitgaande demping is een subjectief proces met heel wat variabelen. Dit moet met voorzichtigheid benaderd worden.
MEDEDELING
De kleppen voor demping van de ingaande en uitgaande slag kunnen beschadigd raken als er teveel kracht wordt uitgeoefend aan een van de uitersten van het afstellingsbereik. (00237a)
OPMERKING
Forceer de regelaars niet voorbij de mechanische stops.
In- en uitgaande demping
De bouten voor uitgaande en ingaande slag (1 en 2) bevinden zich op de rechter vorkbuis. Zie Afbeelding 1.
Afstellen – demping uitgaande slag
1. Zie Afbeelding 1. Draai de verstelschroef van de uitgaande slag (1) rechtsom richting H (hard) totdat deze stopt. Dit is de maximale dempingsinstelling voor de uitgaande slag.
2. Draai de verstelschroef van de uitgaande slag (1) het aanbevolen aantal slagen linksom richting S (soft). Tabel 3
Dempingsafsteller ingaande slag
1. Zie Afbeelding 1. Draai de verstelschroef van de ingaande slag (2) rechtsom richting H (hard) totdat deze stopt. Dit is de maximale dempingsinstelling voor de ingaande slag.
2. Draai de verstelschroef van de ingaande slag (2) het aanbevolen aantal slagen linksom richting S (soft). Tabel 3
1Uitgaande dempingsafsteller
2Compressieafsteller
Afbeelding 1. Aanpassing van de In- en Uitgaande demping
Voorbelasting veer
De stelbout voor de voorbelastingsafstelling (1) bevindt zich op de linker vorkbuis. Zie Afbeelding 2.
1.
OPMERKING
Gebruik een brede platte schroevendraaier om de voorbelastingsafstelling te vergemakkelijken.
Zie Afbeelding 2. Draai de voorspanningsregelaar (1) tegen de klok in richting L (low), totdat deze stopt. Dit is de instelling voor minimale voorbelasting.
2. Bereken de voorste voorspanningsinstellingen.
a. Bestuurder: Raadpleeg Tabel 1 voor de vereiste aanpassing voorbelastingsafstelling. Noteer de vereiste aanpassing.
b. Passagier of bagage: Zie Tabel 2 voor vereiste passagier en bagage veervoorspanning. Noteer de vereiste aanpassing.
c. Tel de voorspanning van de bestuurder en passagier/bagage bij elkaar op om de uiteindelijke instelling te krijgen.
3. Pas de voorste voorspanningsinstellingen aan. Draai de verstelschroef het berekende aantal slagen met de klok mee richting H (high).
1Afsteller voorspanning
Afbeelding 2. Voorbelastingsafstelling
Tabel 1. Instellingen voorbelasting voorvering
GEWICHT BESTUURDER
VOORVORKEN
kg/lb
Slagen vanaf minimum(1)
< 68 kg (150 lb)
0
68–77 kg (150–170 lb)
2
77–86 kg (170–190 lb)
5
86–95 kg (190–210 lb)
9
95–104 kg (210–230 lb)
12
104–113 kg (230–250 lb)
16
113–122 kg (250–270 lb)
19
122–132 kg (270–290 lb)
20
132 kg (290 lb) naar GVWR
20
(1) Aantal slagen rechtsom vanaf de minimale voorspanningsinstelling.
Tabel 2. Voorbelasting voorvering met passagier of lading
PASSAGIER of LADING
VOORVORKEN
kg/lb
Extra slagen(1)
0–23 kg (0–50 lb)
+1
23–45 kg (50–100 lb)
+3
45–68 kg (100–150 lb)
+4
68 kg (150 lb) naar GVWR
+5
(1) Voeg toe aan het aantal slagen die nodig zijn voor het gewicht van de bestuurder.
Tabel 3. Ingaande en uitgaande demping voorvorken
RIJDEN
INSTELLING
VOORVORKEN(1)
Compressie
Uitgaande slag
Standaard
2
2
Comfort
5.5
5
Sport
0
0.5
Met passagier
6
3
(1) De instellingen van de demping gebeuren door de instelschroef rechtsom te draaien tot deze stopt op het maximum en daarna het aantal omwentelingen linksom naar de gewenste instelling te tellen.