De demping wordt vanuit de fabriek afgesteld op een doorsnee solo-rijder en normale rij-omstandigheden. De rijder kan aanpassingen maken ter compensatie van de individuele rijstijl en variƫrende rij-omstandigheden.
Evaluatie en regeling van de uitgaande demping is een zeer subjectief proces met heel wat variabelen. Dit moet met voorzichtigheid benaderd worden.
DEFINITIES OPHANGING
Demping: Weerstand aan snelheid van de beweging van de ophanging. Demping heeft een invloed op het gemak waarmee de ophanging kan bewegen en beperkt de slagbeweging van het systeem eens de beweging gestart is.
Compressie: De ophanging wordt ingedrukt als het wiel naar boven beweegt (bij het rijden over een hobbel).
Uitgaande slag: De ophanging heeft een uitgaande slag wanneer die terugkomt na een compressie (uitveren na een hobbel).
Voorspanning: Een aanpassing aan de schokbreker en voorvork veren om de vrije slag te beperken tot een standaard percentage van de veerweg.
Veringsafstellingen
Voer alle aanpassingen aan de ophanging uit in kleine stappen. Grote aanpassingen kunnen tot gevolg hebben dat de juiste afstelling overgeslagen wordt.
Raadpleeg Tabel 1. Mogelijke karakteristieken van de ophanging en gedragingen van de motor en de meest voor de hand liggende oorzaken, zijn opgesomd. Deze tabel is nuttig om de motorfiets in goede werkende staat te houden.
Om tot de juist afstelling te komen, moet de voorspanning juist afgesteld zijn, de banden correct opgeblazen en dient er gereden te worden op een bekende hobbelige weg. Het is nuttig als de weg een verscheidenheid aan hobbels biedt, van kleine scherpe putten tot grote barsten.
Tabel 1. Veringsafstellingen
KENMERKEN VAN DE VERING
OPLOSSING
De motorfiets rolt in bochten.
Verhoog de terugveringsdemping.
De motorfiets voelt los of vaag aan na een hobbel.
Het wiel blijft continu stuiteren na het nemen van een drempel. Dit is vaak merkbaar door naar de motorfiets te kijken terwijl deze over hobbels rijdt.
Het wiel reageert op de drempel, maar keert niet snel terug naar de grond. Dit is meer uitgesproken bij een serie hobbels, en wordt vaak aangeduid als "packing down."
Verlaag de terugveringsdemping.
De motorfiets zakt in bij het rijden door een kuil of tijdens bochten.
Verhoog de compressiedemping.
De motorfiets duikt overmatig in tijdens het remmen.
Stugge rijervaring, met name op wegdek met veel ribbels.
Verlaag de compressiedemping.
Hobbels zijn voelbaar via het stuur of de stoel.
De vering lijkt niet te reageren op hobbels. De banden maken geluid in bochten of de bestuurder wordt door elkaar geschud op slecht wegdek.
Veranderingen in belasting
De voorbelastingsinstelling voor de voor- en achtervering moet worden aangepast aan het lichaamsgewicht van de bestuurder en de lading. Deze afstelling moet worden uitgevoerd voordat er met de motorfiets wordt gereden en nadat het totaalgewicht van het voertuig (na toevoeging van zadeltassen, etc.) is veranderd.
Bij wijzigingen in de belasting moet de instelling van de voorbelasting worden gewijzigd. Als er minder gewicht wordt gedragen dan bij het instellen van de vering het geval was, moet de voorbelasting worden verminderd. Bij een toename in de belasting moet de voorbelasting verhoogd worden.