WAARSCHUWING
Het automatisch inschakelen van de koplamp zorgt ervoor dat de bestuurder beter zichtbaar is voor andere weggebruikers. Let erop dat de koplamp altijd is ingeschakeld. Als de bestuurder slecht zichtbaar is voor andere weggebruikers, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00030b)
Een motorfiets met ontsteking zonder contactsleutel kan zonder contactsleutel worden bediend. In plaats daarvan moet een toegewezen afstandsbediening aanwezig zijn of moet de PIN worden gebruikt voordat de aandrijving kan worden ingeschakeld.
De contactsleutel die bij de motorfiets wordt geleverd, is bestemd voor het stuurslot. Zie .
Ontstekingsstand
Met de afstandsbediening binnen bereik, zet de motorschakelaar naar RUN (lopen). De lichten en Instrumentenmodule (IM) gaan werken en de aandrijving kan worden ingeschakeld. Zie voor meer informatie over het deactiveren van het alarmsysteem met de PIN.
De elektrische systemen van de motorfiets blijven ingeschakeld totdat de motorschakelaar in de stand OFF (uit) wordt gezet. Als de afstandsbediening van de motorfiets verwijderd wordt tot buiten het bereik van de afstandsbediening, wordt de motor niet uitgeschakeld als deze eenmaal ingeschakeld is. Op de IM verschijnt echter de waarschuwing NO FOB als de motorfiets begint te rijden zonder dat de afstandsbediening aanwezig is.
OPMERKING
Als de motorschakelaar in de stand RUN (lopen) staat, zal het systeem worden uitgeschakeld als het 15 minuten niet worden gebruikt.
Zet na het parkeren de motorschakelaar in de stand OFF (uit) en neem de afstandsbediening mee tot buiten het bereik om diefstal of starten van de motorfiets te voorkomen. Als de motor uit staat en de afstandsbediening zich buiten bereik bevindt, zullen de aandrijving en de motorschakelaar uitgeschakeld blijven, zodat er niet met de motorfiets gereden kan worden.
Accessoirestand
Zie . Houd de actieschakelaar ingedrukt terwijl de afstandsbediening bij de motorfiets aanwezig is. De IM en het accessoirecircuit zijn ingeschakeld. De koplamp (groot- en dimlicht) en de richtingaanwijzers blijven uitgeschakeld. In de accessoirestand:
Om de accessoirestand uit te schakelen, moet de actieschakelaar ingedrukt worden gehouden.
Laat het contact niet gedurende langere tijd in de accessoirestand staan. Hierdoor kan de accu leegraken. Als de accessoirestand langer dan 40 minutes ingeschakeld is, wordt deze automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu te ver ontladen raakt. Druk de actieschakelaar in en houd deze ingedrukt om de accessoirestand in te schakelen.