Instellingenmenu
WAARSCHUWING
Stel het volumeniveau en andere bedieningsopties van audio- en elektronische apparaten in voordat u wegrijdt. Door afleidingen kunt u de controle over de motor verliezen met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00088b)
Zie Afbeelding 1. In het instellingenmenu worden de menu's weergegeven die worden gebruikt voor het instellen van de ride-modi, de weergave, het systeem, widgets en gebruikersinstellingen.
OPMERKING
Om volledig gebruik te maken van functies en de afleiding op de weg te minimaliseren, configureert u het systeem met uw persoonlijke voorkeuren voordat u gaat rijden.
Nadat de aandrijving is ingeschakeld worden het instellingenmenu en touchscreenfuncties uitgeschakeld.
Tabel 1. Hoofdscherm instellingen
Druk op
Resultaat
[Instellingen]
Configureer de instellingen van de instrumentenmodule. Doe dit voordat u wegrijdt.
Beschikbare selecties: RIDE MODE, APPEARANCE, SYSTEM, CUSTOMIZE WIDGETS, USER SETTINGS.
RIT-MODUS
Tabel 2. Instellingenmenu: Ride-modus
Druk op
Resultaat
[RIDE MODUS]
Hiermee kunt u beschikbare ride-modi inschakelen en uitschakelen en drie aangepaste ride-modi instellen.
Selecties vooraf ingestelde ride-modus : selecties vooraf ingestelde ride-modus: Inschakkelen/uitschakelen, kopieëren+bewerken.(1)
Selecties aangepaste ride-modus: Inschakelen/uitschakelen, vermogensschuifregelaar, regenschuifregelaar, gasklepschuifregelaar, instelling tractiecontrole (hoog, middel, laag)(2, 3)
(1) Door kopiëren+bewerken te selecteren zal de geselecteerde ride-modus gekopieerd worden naar een geselecteerde aangepaste ride-modus optie waarmee de bestuurder een aangepaste ride-modus kan maken met behulp van een vooraf ingestelde selectie als uitgangspunt.
(2) Met de vermogensschuifregelaar past u aan hoeveel vermogen er beschikbaar zal zijn in de aangepaste ride-modus. Met de regenschuifregelaar past u aan hoeveel regeneratie er in de aangepaste ride-modus zal worden ingeschakeld. De schuifregelaar van de gashendel past de intensiteit van de reactie op de gashendel aan die de bestuurder voelt in de custom rit-modus.
(3) Het niveau van de tractiecontrole bepaalt hoeveel wielspin van het achterwiel het systeem zal toestaan. Bij de instelling HIGH grijpt de tractiecontrole HET MINSTE in en wordt veel wielspin toegestaan. Bij de instelling MED grijpt de tractiecontrole GEMIDDELD in en wordt gemiddelde wielspin toegestaan. Bij de instelling LOW grijpt de tractiecontrole HET MEEST in en wordt weinig wielspin toegestaan. Het aanpassen van de tractiecontrole heeft geen invloed op de prestaties van de drag torque slip control of ABS-functies.
VISUELE KENMERKEN
Tabel 3. Instellingenmenu: Appearance (visuele kenmerken)
Druk op
Resultaat
[APPEARANCE]
Configureer de visuele kenmerken van de instrumentenmodule.
Beschikbare instellingen: STIJL SNELHEIDSMETER (DIGITAAL/ANALOOG), AUTOMATISCHE HELDERHEID (aan/uit), HELDERHEID schuifregelaar.
SYSTEEM
Tabel 4. Instellingenmenu: Systeem
Druk op
Resultaat
[Systeem]
Configureer de instellingen van de instrumentenmodule. Doe dit voordat u wegrijdt.
Beschikbare selecties:
BLUETOOTH
KLOK
PLAATSBEPALING
OVER
BLUETOOTH:
(LiveWire-app moet op de telefoon worden geïnstalleerd voor volledige functionaliteit)
  • BLUETOOTH (On/Off)
  • KOPPELEN (Android-apparaten moeten de LiveWire-app hebben geïnstalleerd en geopend om te koppelen. Apple-apparaten moeten de LiveWire-app hebben gesloten voor het koppelen)
  • MIJN APPARATEN > Optionele Selecties: Bij gekoppelde apparaten: (Selecteer het gewenste apparaat uit lijst) FAVORIET (Aan/Uit), sluit dit apparaat, vergeet dit apparaat.
KLOK:
  • ZET KLOK GELIJK MET TELEFOON (Aan/Uit)
  • KLOKTYPE (12/24)
  • UUR, MINUUT, AM/PM
LOKALISATIE:
  • TAAL
    1. Lijst van selecteerbare talen
  • EENHEDEN
    1. SNELHEID/AFSTAND (MI/KM)
    2. TEMPERATUUR (F/C)
OVER:
  • FABRIEK OPTIES
    1. CACHE WISSEN
    2. (CLEAR CACHE selectie zal alle gekoppelde bluetooth-apparaten uit het Instrumentenmodule (IM) geheugen wissen.)
    3. UPDATE SOFTWARE
    4. EXTRA TALEN OPLADEN
Software updaten
1. Controleer de softwareversie.
a. Tabel 4 SETTINGS> SYSTEM> ABOUT> SOFTWARE. Dit menu toont de huidige softwareversie op de IM .
b. Controleer op de meest recente softwareversie. Zie website: www.h-d.com/infotainment-support .
2. Update software.
a. Download de meest recente software versie naar Universele Seriële Bus Type-C (USB-C) het apparaat. Zie website: www.h-d.com/infotainment-support .
b. Pak het gedownloade bestand uit om het gpg-bestand uit te pakken. Het gpg bestand moet in de hoofdmap van uw USB-C schijf zijn om gedetecteerd te kunnen worden door de instrumentenmodule IM . Er mag slechts één gpg bestand aanwezig zijn op het niveau van de hoofdmap.
d. Tabel 4 SETTINGS> SYSTEM> ABOUT> FACTORY OPTIONS. Selecteer UPDATE SOFTWARE.
e. Wacht tot de update voltooid is.
f. Verwijder USB-C schijf.
Extra Talen Opladen
1. Kijk voor beschikbare talen.
a. Tabel 4 INSTELLINGEN> SYSTEEM> PLAATSBEPALING> TAAL. Als de voorkeurstaal niet te selecteren is, moet deze worden opgeladen in de IM .
b. Controleer op het laatste taalbestand aanwezig is. Zie website: www.h-d.com/infotainment-support .
2. Opladen van extra talen.
a. Download het meest recente taalbestand naar USB-C het apparaat. Bekijk website: www.h-d.com/infotainment-support .
b. Pak het gedownloade bestand uit om het gpg-bestand te onttrekken. Het gpg bestand moet in de hoofdmap van uw USB-C schijf zijn om herkend te kunnen worden door de instrumentenmodule IM . Er mag slechts één gpg bestand beschikbaar zijn op het niveau van de hoofdmap.
d. Tabel 4 SETTINGS> SYSTEM> ABOUT> FACTORY OPTIONS. Selecteer EXTRA TALEN OPLADEN.
e. Wacht tot de update voltooid is.
f. Verwijder USB-C schijf.
WIDGETS AANPASSEN
Zie Bediening → Widgets voor meer informatie over Widgetfuncties.
Tabel 5. Instellingenmenu: Widgets aanpassen
Druk op
Resultaat
[WIDGETS AANPASSEN]
Beschikbare selecties:
WAARSCHUWING
RIT-MODUS
POWER
BEREIK
ACCU
TEMPERATUUR
TRIP
BLUETOOTH
NAVIGATIE
AUDIO
TELEFOON
OPLADEN
WAARSCHUWING:
  • LOCATIE (LINKS/RECHTS)
RIJ MODUS:
  • INGESCHAKELD (Aan/uit)
  • LOCATIE (LINKS/RECHTS)
VERMOGEN:
  • INGESCHAKELD (Aan/uit)
  • LOCATIE (LINKS/RECHTS)
BEREIK:
  • INGESCHAKELD (Aan/uit)
  • LOCATIE (LINKS/RECHTS)
BATTERIJ:
  • INGESCHAKELD (Aan/uit)
  • LOCATIE (LINKS/RECHTS)
DE TEMPERATUUR:
  • INGESCHAKELD (Aan/uit)
  • LOCATIE (LINKS/RECHTS)
TRIP:
  • INGESCHAKELD (Aan/uit)
  • LOCATIE (LINKS/RECHTS)
  • OPTIE (Trip B/Sleutel op)
  • TRIP RESET (Trip A, Trip B, Sleutel Op)
BLUETOOTH:
  • INGESCHAKELD (Aan/uit)
  • LOCATIE (LINKS/RECHTS)
NAVIGATIE:
  • INGESCHAKELD (Aan/uit)
  • LOCATIE (LINKS/RECHTS)
  • TIJD INFO (AANKOMST/DUUR)
  • AFSTAND TOT BESTEMMING (Aan/Uit)
AUDIO:
  • INGESCHAKELD (Aan/uit)
  • LOCATIE (LINKS/RECHTS)
  • AUDIO INFO (Aan/Uit) (PLAYHEAD/ALBUM)
TELEFOON:
  • LOCATIE (LINKS/RECHTS)
OPLADEN:
  • INGESCHAKELD (Aan/uit)
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
Tabel 6. Instellingenmenu: Gebruikersinstellingen
Druk op
Resultaat
[GEBRUIKERSINSTELLINGEN]
Beschikbare selecties: KLEINE DISPLAY INFO, ACCU-BALK OPTIES, WIJZIG Persoonlijk Identificatienummer (PIN) , PIN DISPLAY.
Opties voor:
KLEINE DISPLAY INFO(1)
  • Leeg (aan/uit)
  • TRIP A (Aan/Uit)
  • TRIP B (Aan/Uit)
  • SLEUTEL (Aan/Uit)
(1)
OPTIES BATTERIJ BAR
  • TOON BATTERIJ PERCENTAGE (Aan/Uit)
  • TOON BEREIK (Aan/Uit)
  • BEREIK (KORT/LANG)
WIJZIGINGPIN
PIN DISPLAY (TOON/TEMP/VERBERG)
(1) Kleine display verwijst naar kilometertellerscherm.
Laadstatus/rijbereik
OPMERKING
Het werkelijke bereik is afhankelijk van de rij-gewoonten, omgevingstemperatuur en staat van het voertuig.
Zie Afbeelding 1. De laadstatus en de bereikbalk geven aan hoe ver het oplaadbaar energieopslagsysteem (RESS) is opgeladen en wat het geschatte resterende rijbereik is.
Snelheidsmeter
WAARSCHUWING
Rijd met een snelheid die geschikt is voor het wegdek en de omstandigheden en rijd nooit sneller dan de aangegeven maximaal toegestane snelheid. Wanneer u te snel rijdt, kunt u de controle over de motor verliezen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00008a)
Zie Afbeelding 1. De IM geeft de snelheid in mijl per uur (MPH) (standaard voor Amerikaanse modellen) en kilometer per uur (km/u) (standaard voor internationale modellen) aan. De IM kan worden ingesteld op mijl per uur of kilometer per uur via het instellingenmenu.
De achtergrondverlichting van het instrumentenpaneel reageert op veranderend omgevingslicht, zo wordt de helderheid van de achtergrondverlichting bijvoorbeeld aangepast wanneer men door een tunnel rijdt.
Klok
Zie Afbeelding 1. De klok geeft de huidige tijd aan in 12/24 uur-weergave. Het instellingenmenu wordt gebruikt om de tijd in te stellen en de 12/24 uur-weergave.
Kilometerteller
Door op de dagtellerschakelaar te drukken, met de motorschakelaar in een willekeurige stand, activeert u de aflezing van de kilometerteller.
Zie Afbeelding 1. De weergave van de kilometerteller geeft tevens de volgende te selecteren displays weer:
Druk de dagtellerschakelaar in en laat deze los om door de displays te bladeren.
Dagtellers A, B en K
Zie Afbeelding 1. Om de kilometerstand af te lezen of om de dagtellers opnieuw terug te zetten, moet de motorschakelaar in de stand RUN staan. Druk de dagteller-schakelaar in en laat deze los als de gewenste dagteller verschijnt. Een A, B of K aan de linkerkant van de kilometerteller geeft de dagteller aan.
OPMERKING
Trip K (sleutel aan) reset elke keer dat de OFF/RUN-schakelaar in de RUN-stand wordt gezet als er meer dan vijf minuten zijn verstreken sinds het voertuig is uitgeschakeld.
Zorg voor het terugstellen of op nul zetten van de dagtellers dat de gewenste dagteller (A of B) wordt weergegeven. Druk de dagtellerschakelaar in en houd deze ongeveer één seconde ingedrukt. De dagteller wordt op nul gezet.
Aandrijvingsvergrendelingen
Zie Afbeelding 1. Het voertuig is uitgerust met aandrijvingsvergrendelingen (23). Aandrijvingsvergrendelingen zijn voorwaarden waaraan voldaan moet worden voordat de aandrijving ingeschakeld kan worden. Er zullen meldingen over aandrijvingsvergrendelingen worden getoond op de IM als er niet wordt voldaan aan de voorwaarden voor aandrijving.
De meldingen over de aandrijvingsvergrendelingen zijn; ONDERHOUD UITVOEREN, LOSKOPPELEN OM TE RIJDEN, START INDRUKKEN, WACHTEN - NIET GEREED, VORK ONTGRENDELEN, ZIJSTANDAARD INKLAPPEN, GASHENDEL LOSLATEN en START INDRUKKEN.
Widgets
Zie Afbeelding 1. Widgets kunnen worden weergegeven op de linker-en rechterkant 2 en 26) van de IM . Elke selecteerbare widget geeft unieke aanvullende informatie weer op de IM .
1Laadstatus/Bereikbalk
2Linker widget
3Navigatiebalk
4Grootlicht koplamp
5Tractiecontrole
6Linker richtingaanwijzer
7Instellingen
8Aandrijving ingeschakeld
9Clock (klok)
10Bluetooth
11EV-waarschuwing
12Beperkte aandrijving
1312V accuontlading
14Niet gebruikt
15Storingscontrolelampje (MIL)
16Koelvloeistoftemperatuur
17Kilometerteller
18Rij-modus
19Lichtsensor (geen controlelampje)
20Rechter richtingaanwijzer
21Antiblokkeersysteem (ABS)
22EV fout
23Aandrijvingsvergrendeling
24Niet gebruikt
25Beveiliging/storing
26Rechter widget
27Snelheidsmeter
28Cruise-control
Afbeelding 1. Schermen en keuzemogelijkheden Instrumentenmodule