STAP  | HANDELING  | WACHTEN OP BEVESTIGING  | OPMERKINGEN  | 
|---|---|---|---|
1  | Controleer indien nodig de huidige pincode van vijf
										cijfers.  | Dient op de portefeuillekaart genoteerd te worden.  | |
2  | Draai de contactsleutel naar IGNITION (ontsteking).   | ||
3  | Druk beide
										richtingaanwijzerschakelaars snel in (binnen twee seconden
										na het draaien van de contactsleutel) en houd deze ingedrukt
										tot bevestiging ontvangen is.   | Het sleutelsymbool knippert nu snel. In het
										kilometertellervenster is een knipperend streepje, gevolgd
										door vier streepjes, zichtbaar.  | Zie Handsfree alarmmodule → Persoonlijk identificatienummer (pincode) → kilometerscherms – pincode. Er worden vijf
										streepjes zichtbaar in het kilometertellervenster.  | 
4  | Voer het eerste teken (a) van de
										pincode in door de linker
										richtingaanwijzerschakelaar a keer
										in te drukken.   | Het eerste cijfer (a) in de
										kilometerteller wordt het eerste cijfer van de
										pincode.  | |
5  | Druk 1 keer op de rechter richtingaanwijzerschakelaar.
									  | Het eerste cijfer wordt opgeslagen en het streepje
										knippert.  | Werkt als 'Enter'-toets  | 
6  | Voer het tweede teken (b) van de
										pincode in door de linker
										richtingaanwijzerschakelaar b keer
										in te drukken.   | Het tweede cijfer (b) in de
										kilometerteller wordt het tweede cijfer van de
										pincode.  | |
7  | Druk 1 keer op de rechter richtingaanwijzerschakelaar.
									  | Het tweede cijfer wordt opgeslagen en het volgende
										streepje knippert.  | Werkt als 'Enter'-toets  | 
8  | Voer het derde teken (c) van de
										pincode in door de linker
										richtingaanwijzerschakelaar c keer
										in te drukken.   | Het derde cijfer (c) in de
										kilometerteller wordt het derde cijfer van de
										pincode.  | |
9  | Druk 1 keer op de rechter
										richtingaanwijzerschakelaar.  | Het derde cijfer wordt opgeslagen en het volgende streepje
										knippert.  | Werkt als 'Enter'-toets  | 
10  | Voer het vierde teken (d) van de
										pincode in door de linker
										richtingaanwijzerschakelaar d keer
										in te drukken.  | Het vierde cijfer (d) in de
										kilometerteller wordt het vierde cijfer van de
										pincode.  | |
11  | Druk 1 keer op de rechter richtingaanwijzerschakelaar.
									  | Het vierde cijfer wordt opgeslagen en het volgende
										streepje knippert.  | Werkt als 'Enter'-toets  | 
12  | Voer het vijfde teken (e) van de
										pincode in door de linker
										richtingaanwijzerschakelaar e keer
										in te drukken.   | Het vijfde cijfer (e) in de
										kilometerteller wordt het vijfde cijfer van de
										pincode.  | |
13  | Druk 1 keer op de rechter
										richtingaanwijzerschakelaar.  | Het vijfde cijfer wordt opgeslagen. Het sleutelsymbool
										stopt met knipperen.  | Het Smart-alarmsysteem wordt uitgeschakeld.  |