Het starten van een motorfiets met hulpstartkabels wordt standaard afgeraden. Dit kan echter nodig zijn. Als met hulpstartkabels moet worden gestart, volgt u de volgende procedure.
WAARSCHUWINGLaat hulpstartkabels alleen de betreffende accupolen of massa raken. Indien hulpstartkabels elkaar raken, kunnen er vonken ontstaan en kan de accu exploderen met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00072a)
WAARSCHUWINGExplosief waterstofgas, dat tijdens het laden ontsnapt, kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Laad de accu op in een goed geventileerde ruimte. Houd open vuur, elektrische vonken en met roken samenhangende materialen uit de buurt van accu's. HOUD ACCU'S UIT DE BUURT VAN KINDEREN. (00065a)
MEDEDELING
Zorg bij het starten met hulpstartkabels beide voertuigen dezelfde accuspanning hebben. Het met elkaar verbinden van voertuigen met verschillende systeemspanningen kan leiden tot schade aan de voertuigen. (00220c)
OPMERKING
- Bij deze procedure wordt aangenomen dat de BOOSTER-accu zich in een ander voertuig bevindt. Start een motorfiets NIET met behulp van startkabels bij een draaiende motorfiets met booster. De laadsystemen met hoog vermogen van sommige motorfietsen kunnen de elektrische onderdelen van de motorfiets beschadigen.
- Zorg dat de motorfiets en het BOOSTER-voertuig niet in aanraking met elkaar komen.
- Schakel alle onnodige lampen en accessoires uit.
Pluskabel
- Zie Afbeelding 1. Sluit een uiteinde van een hulpstartkabel aan op de pluspool (+) van de LEGE accu (1).
- Sluit het andere uiteinde van dezelfde kabel aan op de pluspool (+) van de BOOSTER-accu (2).
Minkabel
WAARSCHUWINGSluit de minkabel (-) niet aan op of in de buurt van de minpool (-) van de lege accu. Hierdoor kunnen er vonken en een explosie optreden met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00073a)
| 1. | Sluit een uiteinde van een hulpstartkabel aan op de minpool (-) van de BOOSTER-accu (3). | |
MEDEDELING Sluit de minkabel (-) niet aan op gelakte of verchroomde onderdelen. Het aanraakpunt kan dan verkleuren. (00221a) | ||
| 2. | Sluit het andere uiteinde van dezelfde kabel aan op een veilige massa (4) (uit de buurt van de LEGE accu). | |
| 3. | Start de motor. | |
| 4. | Ontkoppel alle kabels in omgekeerde volgorde van stappen 2, 3, 4, 5; dus: Stappen 5, 4, 3, 2. |
| 1 | Pluspool (+) van lege accu |
| 2 | Pluspool (+) van de booster-accu |
| 3 | Minpool (-) van de booster-accu |
| 4 | Massa |
Afbeelding 1. Aansluitingen van hulpstartkabels