Elektrische startschakelaar
Zie
Unresolved graphic link. De elektrostartschakelaar (11) bevindt zich op het rechterstuureinde. Als u op de elektrostartschakelaar drukt, wordt de elektrische startmotor ingeschakeld en start de motor als de ontstekingsvoeding op ON (aan) staat. Zie
Bediening → De motor starten: XB-modellen voor bedieningsprocedures.
Motorschakelaar
Met de motorschakelaar wordt de ontstekingsvoeding IN- en UITGESCHAKELD. De motorschakelaar bevindt zich op het rechterstuureinde. Druk op het bovenste deel (9) van de motorschakelaar om de ontstekingsvoeding uit te schakelen en de motor af te zetten. Druk op het onderste deel (8) van de motorschakelaar om de ontstekingsvoeding in te schakelen.
OPMERKING
Zet de motor af door het bovenste deel van de motorschakelaar naar UIT (9) te drukken.
Zie . Draai de contact-/koplampsleutel linksom naar OFF (uit) (4) om de ontstekingsvoeding volledig OFF (uit) te schakelen.
Gashendel
Zie Unresolved graphic link. De gashendel (10) bevindt zich op het rechterstuureinde en wordt met de rechterhand bediend.
Draai de gashendel rechtsom (naar de voorkant van de motor) om de gasklep te sluiten (afremmen).
Draai de gashendel linksom (naar de achterkant van de motor) om de gasklep te openen (accelereren).
Koppelingshendel
WAARSCHUWING
Houd uw vingers niet tussen de handhendel en de handgreep. Indien u uw hand verkeerd plaatst, dan kan het zijn dat u de hendel niet goed kunt bedienen. Dit betekent dat u de controle over de motor kunt verliezen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00032a)
De koppelingshendel (1) bevindt zich op het linkerstuureinde en wordt met de vingers van de linkerhand bediend.
Trek de koppelingshendel langzaam tegen het stuureinde om de koppeling volledig te ontkoppelen.
Schakel met het schakelpedaal de eerste versnelling in. Zie
Bedieningselementen en controlelampen → Schakelpedaal.
Laat de koppelingshendel langzaam los om de koppeling in te laten grijpen.
Claxonschakelaar
De claxon wordt bediend door op de claxonschakelaar (7) op het linkerstuureinde te drukken.
Grootlicht-/Dimlichtschakelaar koplamp
De grootlicht-/dimlichtschakelaar voor de koplamp bevindt zich op het linkerstuureinde. De schakelaar heeft twee posities: één voor het grootlicht en één voor het dimlicht.
Zie Unresolved graphic link. Druk op de bovenkant van de grootlicht-/dimlichtschakelaar (3) om het grootlicht in te schakelen.
Druk op de onderkant van de grootlicht-/dimlichtschakelaar (4) om het grootlicht weer uit te schakelen.
Zie . Het (blauwe) indicatorlampje (3) voor grootlicht brandt wanneer het grootlicht is ingeschakeld.
Schakelaar inhaallicht
Zie Unresolved graphic link. De passeerlichtschakelaar (2) bevindt zich voor op het linkerstuureinde. Als u op deze schakelaar drukt terwijl het dimlicht is ingeschakeld, wordt de grootlichtkoplamp kortstondig geactiveerd.
Richtingaanwijzerschakelaar
De links/rechts richtingaanwijzerschakelaar (5) bevindt zich op het linkerstuureinde en activeert de richtingaanwijzers voor en achter.
Duw de richtingaanwijzerschakelaar naar rechts om de richtingaanwijzers rechtsvoor en -achter in te schakelen.
Duw de richtingaanwijzerschakelaar naar links om de richtingaanwijzers linksvoor en -achter in te schakelen.
Druk op de gele knop in het midden van de links/rechts richtingaanwijzerschakelaar (6) op het stuureinde om de richtingaanwijzer uit te schakelen.
OPMERKING
Als de richtingaanwijzer voor een van de richtingen knippert en u de schakelaar voor de andere kant indrukt, wordt het eerste signaal geannuleerd en beginnen de lampen aan de andere zijde te knipperen.
Zie . De (groene) richtingaanwijzerindicator (1) brandt en knippert om aan te geven dat de richtingaanwijzers gebruikt worden.