Algemeen
OPMERKING
De oliedrukcontrolelamp brandt wanneer het contact wordt aangezet (voordat de motor wordt gestart). Wanneer de motor draait en het toerental hoger is dan het stationaire toerental, hoort de oliedrukcontrolelamp uit te zijn.
Raadpleeg het hoofdstuk Bedieningselementen en controlelampen → Brandstofinjectie: Lightning-modellen voor een beschrijving van de overige lampen.
Bediening van de oliedruklamp
Omstandigheden waaronder de rode oliedrukcontrolelamp kan gaan branden, zijn onder andere:
Als de oliedrukcontrolelamp tijdens het rijden gaat branden:
Als de oliedrukcontrolelamp tijdens het rijden gaat branden hoewel het oliepeil juist is: