MEDEDELING
Wissel niet steeds van smeermiddelmerk. Sommige smeermiddelen gaan een chemische reactie aan wanneer ze worden gemengd. Indien smeermiddelen van inferieure kwaliteit worden gebruikt, kan de motor beschadigd raken. (00184a)
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat er bij het verversen van vloeistof of smeermiddel niets op de banden, wielen of remmen wordt gemorst. De grip op de weg kan hierdoor negatief worden beïnvloed, met mogelijk verlies van controle over de motor en ernstig of dodelijk letsel als gevolg. (00047d)
Rijd ongeveer 10 minuten met de motorfiets om ervoor te zorgen dat de olie heet is en de motor op bedrijfstemperatuur is gekomen. Zet de motor af.
  1. Plaats een geschikte opvangbak onder de motorfiets.
  2. Zie Afbeelding 1. Verwijder de aftapplug met een 5/8 inch sleutel van onder de olietank/achtervork. Verwijder eventueel vuil van de magnetische tip van de aftapplug. Vervang de O-ring als hij gescheurd of beschadigd is.
  3. Schroef de peilstok los en trek hem uit het olievulgat op de olietank/achtervork.
  4. Zie Afbeelding 2. Verwijder de chin spoiler door de bevestigingen te verwijderen.
Afbeelding 1. Aftapplug olietank/achtervork: Lightning-modellen
Afbeelding 2. Chin spoiler verwijderen: XB-modellen
1. Verwijder het oliefilter met een tang (Snap-on YA0450B) of OLIEFILTERSLEUTEL van bandtype.
2. Maak het raakvlak van de filterpakking op het carter schoon. Het oppervlak moet glad zijn, zonder afval of resten oud pakkingmateriaal.
3. Installeer de aftapplug weer in de olietank/achtervork nadat alle olie is afgetapt. Gebruik LOCTITE 565 PST THREAD SEALANT (draadafdichtmiddel) op de bevestiging en haal de plug aan tot 35–39 N·m (26–29 ft-lbs).
4. Zie Afbeelding 3. Breng een dunne laag schone motorolie aan op de filterpakking.
1Dunne laag schone motorolie aanbrengen op de filterpakking
Afbeelding 3. Maak het oliefilter gereed
5. Giet 0,12 L (4,0 oz) schone motorolie in het nieuwe filter wanneer u de olie ververst (tot het filter ongeveer halfvol is).
6. Schroef het filter in de adapter tot de filterpakking het carteroppervlak raakt. Draai het filter met de hand nog een halve of driekwart slag aan.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat er bij het verversen van vloeistof of smeermiddel niets op de banden, wielen of remmen wordt gemorst. De grip op de weg kan hierdoor negatief worden beïnvloed, met mogelijk verlies van controle over de motor en ernstig of dodelijk letsel als gevolg. (00047d)
7. Vul de olietank via de vulopening (peilstokopening) met de in Onderhoud en smering → Motorsmering → Aanbevolen motoroliën aanbevolen olie. De inhoud van de olietank met filtervervanging bedraagt ongeveer 2,4 L (2,5 qt), inclusief de 0,12 L (4,0 oz) die in het filter wordt gegoten. Controleer altijd of het peil van de warme olie op de peilstok juist is. Vul niet te veel olie bij.
8. Installeer de peilstok (schroef hem) in de vulopening van de olietank/achtervork. Zorg dat u de peilstok helemaal inschroeft.
WAARSCHUWING
Perslucht kan door de huid heen dringen en rondvliegende deeltjes uit de perslucht kunnen ernstig oogletsel veroorzaken. Draag een veiligheidsbril wanneer u met perslucht werkt. Gebruik nooit uw hand om te controleren op luchtlekkages of om na te gaan hoe snel de lucht stroomt. (00061a)
9. Inspecteer de oliekoelervinnen op vuil of beschadigingen. Blaas vuil op de vinnen vanaf de binnenkant van de koeler met perslucht weg.
10. Neem eventueel op de uitlaat gemorste olie op.
11. Start de motor. Controleer of het oliedrukcontrolelampje op het instrumentenpaneel na enige seconden dooft wanneer het motortoerental 1000 omw/min of hoger is.
12. Controleer bij het oliefilter, de aftapplug, de slangen en de oliekoeler op olielekkages.
13. Installeer de chin spoiler. Gebruik LOCTITE 271 op de bevestigingen en haal deze aan tot 4–5 N·m (36–48 in-lbs).
14. Controleer het (hete) oliepeil. Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoud en smering → Oliepeil controleren: XB-modellen.
OPMERKING
Om de installatie te vergemakkelijken brengt u een dunne laag schone motorolie aan op de O-ring van de peilstok.