WAARSCHUWINGIndien u de motorfiets onder slechte omstandigheden gebruikt (zeer koud, zeer heet, zeer stoffig, zeer slechte wegdekken, door stilstaand water, enz.), dan moet u de service-intervallen verkorten om ervoor te zorgen dat de motorfiets veilig blijft in het gebruik. Als u de motorfiets niet onderhoudt, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00094a)
MEDEDELING
Wissel niet steeds van smeermiddelmerk. Sommige smeermiddelen gaan een chemische reactie aan wanneer ze worden gemengd. Indien smeermiddelen van inferieure kwaliteit worden gebruikt, kan de motor beschadigd raken. (00184a)
- De balhoofdlagers zijn afgedichte, hoekse contactlagers en hoeven verder niet gesmeerd te worden.
- Raadpleeg de dealer of de servicehandleiding en controleer de weerstand van de balhoofdlagers:
- Bij elke 8000-km-beurt (5000 mi).
- Als u de motorfiets voor de winter opslaat of weer uit opslag neemt.
- De wiellagers voor en achter zijn afgedicht en hoeven verder niet gesmeerd te worden. Controleer om de 8000 km (5000 mi; vaker onder moeilijke omstandigheden) of jaarlijks bij gebruik tijdens de winter. Vervang de lagerafstandsstukken als ze versleten of vervormd zijn.
- Verwijder de mof van de gashendel en smeer deze in met grafiet om de 8000 km (5000 mi), eenmaal per jaar of wanneer u tijdens gebruik merkt dat smeren noodzakelijk is.
- Smeer de gaskabels en de koppelingskabel om de 8000 km (5000 mi). Smeer de voorremhendel, de koppelingshendel, de vuldop en het contactslot alleen indien nodig. Smeer de zijstandaardankerbout. Smeer de kabel van het interactieve uitlaatsysteem en de kabel voor de actieve inlaat (indien aangebracht).
- De taatslagers van de achtervork zijn afgedicht en hoeven verder niet gesmeerd te worden. Inspecteer de taatslagers van de achtervork om de 16.000 km (10.000 mi).
OPMERKING
Smeer alle aansluitingen en onderdelen van de bedieningselementen regelmatig. Met name na het wassen van de motorfiets of rijden in nat weer dient aandacht besteed te worden aan smeringsvereisten.