Als de diefstalmodus ASK (vragen) is geselecteerd, kan het alarmsysteem handmatig worden geactiveerd als de contactsleutel in de OFF-stand (uit) is gezet. Zie Bedieningselementen en controlelampen → Configuratie instrumentenpaneel om de diefstalmodus zodanig te wijzigen dat het alarmsysteem automatisch wordt geactiveerd.

Zie Bedieningselementen en controlelampen → Het alarmsysteem uitschakelen → Het alarmsysteem in-. Zet de contactsleutel op OFF (uit). Als de diefstalmodus ASK (vragen) is geselecteerd, verschijnt gedurende 4 minuten het bericht ENTER PIN (pincode invoeren) op het LCD-scherm.

OPMERKING

Een countdown-teller verschijnt gedurende deze tijd op het scherm. Als de juiste pincode niet binnen 4 minuten wordt ingevoerd, zal het LCD-scherm worden uitgeschakeld.

Op de kilometerteller verschijnen vier strepen. Druk op de tuimelschakelaar om het eerste cijfer van de pincode (in stappen) te verhogen. Na een korte pauze verschijnt op het scherm het volgende cijfer van de pincode.
Herhaal dit voor de resterende drie cijfers van de pincode.

OPMERKING

Als de juiste pincode is ingevoerd, verschijnt kort het bericht CORRECT PIN (juiste pincode). Het diefstalmoduslampje begint te knipperen om aan te geven dat het alarmsysteem is geactiveerd.
Als een verkeerde pincode is ingevoerd, verschijnt kort het bericht WRONG PIN (verkeerde pincode). Op het instrumentenpaneel verschijnt dan opnieuw het bericht ENTER PIN (pincode invoeren). Als de juiste pincode niet wordt ingevoerd binnen 4 minuten nadat de contactsleutel in de OFF-stand (uit) is gezet, of als 20 verkeerde pincodes zijn ingevoerd, wordt het instrumentenpaneel uitgeschakeld en het alarmsysteem blijft gedeactiveerd.