Zie Afbeelding 1. Het kilometertellerveld (1) bevindt zich rechtsboven op het LCD-scherm. Er kunnen vijf verschillende kilometertellers worden weergegeven door op de betreffende modusschakelaar te klikken. Het weergegeven type kilometerteller wordt aangegeven aan de linker- of rechterkant van de kilometerteller.
Als de contactsleutel in de ON-stand (aan) wordt gezet, laat de kilometerteller de laatst gekozen modus zien op het moment dat de motorfiets de laatste keer werd uitgeschakeld.
Kilometerteller
De kilometerteller meet het cumulatieve aantal kilometers (mijlen) die zijn afgelegd vanaf de productiedatum van de motorfiets.
Dagtellers
Twee afzonderlijke dagtellers houden de afgelegde afstand bij totdat ze op nul teruggezet worden. U kunt de dagtellers gebruiken om de afstand tussen twee punten te bepalen, of te zien hoeveel benzine u verbruikt tussen bezoeken aan het benzinestation. Elke dagteller kan afzonderlijk worden gereset met behulp van de volgende stappen.
  1. Draai de contactsleutel naar ON (aan).
  2. Klik op de modusschakelaar om de gewenste dagteller te kiezen (TRIP 1 of TRIP 2).
  3. Druk de modusschakelaar in en houd deze ingedrukt totdat de geselecteerde dagteller is gereset en 0,0 aangeeft.
Serviceteller
De serviceteller geeft het aantal resterende mijlen (kilometers) aan tot aan het moment waarop een normale servicebeurt nodig is. Zie voor de service-intervallen.
Als de serviceteller daalt tot onder 1.609 km (1000 mi), verschijnt er kort een servicebericht als de motorfiets wordt ingeschakeld. Er verschijnt een ander servicebericht als de serviceteller daalt tot onder 322 km (200 mi). Als een normale servicebeurt moet worden uitgevoerd, verschijnt op het instrumentenpaneel het bericht SERVICE NOW (servicebeurt nu uitvoeren).
De serviceteller kan worden gereset nadat de normale servicebeurt is uitgevoerd. Zie Bedieningselementen en controlelampen → Configuratie instrumentenpaneel voor het resetten van de serviceteller.
Lage-brandstofmeter (F-trip)
De lage-brandstofmeter (F-trip) wordt automatisch geactiveerd als het brandstofniveau daalt tot onder 3 L (0.8 USgal), als de motorfiets rechtop en horizontaal staat. Deze kilometerteller geeft de cumulatieve afstand aan die is afgelegd vanaf het moment dat het lampje van de lage-brandstofmeter is gaan branden. De lage-brandstofmeter wordt gereset met een korte vertraging als er zoveel brandstof wordt bijgevuld dat het peil stijgt tot boven 3 L (0.8 USgal).
De lage-brandstofmeter is alleen toegankelijk als het brandstofniveau laag is.
OPMERKING
Tijdens agressief rijden of bij het rijden over ruw terrein, kan de lage-brandstofmeter door schommelingen van het brandstofniveau in de tank worden geactiveerd als er weinig brandstof aanwezig is.
1Kilometerteller
2Serviceteller
3Lage-brandstofmeter
4Dagtellers
Afbeelding 1. Kilometertellerfuncties