Openen en afsluiten van het Instelmenu
OPMERKING
  • Het instelmenu is niet toegankelijk als de motor loopt.
  • Het instelmenu wordt uitgeschakeld als de motorfiets wordt gestart, de contactsleutel in de OFF-stand (uit) wordt gezet of als de gebruiker gedurende 60 seconden geen gegevens invoert.
  1. Draai de contactsleutel naar ON (aan).
  2. Als het alarmsysteem is geactiveerd, voer dan de juiste pincode in om het te deactiveren. Zie Bedieningselementen en controlelampen → Het alarmsysteem uitschakelen.
  3. Zie Afbeelding 1. Druk zowel de tuimel- als de modusschakelaar in en houd deze vijf seconden ingedrukt totdat SETUP MENU (instelmenu) verschijnt.
  4. Klik op de modusschakelaar om door de menuopties te bladeren. Druk op de tuimelschakelaar om de gewenste menuoptie te selecteren.
  5. Klik, om het instelmenu af te sluiten, op de modusschakelaar totdat TOGGLE TO EXIT (sluiten met tuimelschakelaar) verschijnt. Klik op de tuimelschakelaar om het instelmenu af te sluiten.
Afbeelding 1. Openen en afsluiten van het instelmenu
Tijd instellen
  1. Zet de contactsleutel in de ON-stand (aan), deactiveer het alarmsysteem en open dan het instelmenu door zowel de tuimel- als de modusschakelaar in te drukken en deze vijf seconden ingedrukt te houden.
  2. Zie Afbeelding 2. Druk op de modusschakelaar totdat de menuoptie TIME SETTING (tijd instellen) verschijnt.
  3. Druk op de tuimelschakelaar om de menuoptie Time Setting (tijd instellen) te selecteren.
  4. Stel de juiste tijd in:
    1. De eerste twee cijfers gaan knipperen. Klik op de tuimelschakelaar om de uren van de huidige tijd (stapsgewijs) te verhogen. Klik op de modusschakelaar om de nieuw ingestelde tijd (uren) te bevestigen.
    2. Het eerste minuutcijfer gaat knipperen. Klik op de tuimelschakelaar om de huidige tijd (stapsgewijs) te verhogen. Klik op de modusschakelaar om de nieuw ingestelde tijd (uren) te bevestigen.
    3. Het tweede minuutcijfer gaat knipperen. Klik op de tuimelschakelaar om de huidige tijd (stapsgewijs) te verhogen. Klik op de modusschakelaar om de nieuw ingestelde tijd (uren) te bevestigen.
  5. Het instelmenu gaat nu door naar de volgende menuoptie. Klik, om het instelmenu af te sluiten, op de modusschakelaar totdat de menuoptie Exit (afsluiten) verschijnt. Klik op de tuimelschakelaar om het instelmenu af te sluiten.
OPMERKING
Zie WIJZIGEN VAN DE KLOKMODUS om het formaat te wijzigen van 12-uur naar 24-uur en andersom.
Afbeelding 2. Tijd instellen
Resetten van de serviceteller
Zie . Door het resetten van de serviceteller gaat deze door naar het volgende service-interval. Alle service-herinneringsberichten die tijdens het starten verschijnen, worden ook gewist.
  1. Zet de contactsleutel in de ON-stand (aan), deactiveer het alarmsysteem en open dan het instelmenu door zowel de tuimel- als de modusschakelaar in te drukken en deze vijf seconden ingedrukt te houden.
  2. Zie Afbeelding 3. Druk op de modusschakelaar totdat de menuoptie SERVICE COUNTER (serviceteller) verschijnt. Druk op de tuimelschakelaar om deze menuoptie te selecteren.
  3. Druk op de tuimelschakelaar om MODE TO RESET (resetmodus) weer te geven.
  4. OPMERKING
    Als u opnieuw op de tuimelschakelaar drukt, wordt de menuoptie Service clear (service wissen) afgesloten zonder dat de serviceteller is gereset. Het bericht SERVICE NOT RESET (service niet gereset) verschijnt.
  5. Druk op de modusschakelaar om de serviceteller te resetten. Het bericht SERVICE RESET (service gereset) verschijnt.
  6. Het instelmenu gaat nu door naar de volgende menuoptie. Klik, om het instelmenu af te sluiten, op de modusschakelaar totdat de menuoptie Exit (afsluiten) verschijnt. Klik op de tuimelschakelaar om het instelmenu af te sluiten.
Afbeelding 3. Resetten van de serviceteller
Wijzigen van de pincode
OPMERKING
De standaardpincode is 0000. Gebruik dit als u de pincode voor de eerste keer wilt wijzigen.
  1. Zet de contactsleutel in de ON-stand (aan), deactiveer het alarmsysteem en open dan het instelmenu door zowel de tuimel- als de modusschakelaar in te drukken en deze vijf seconden ingedrukt te houden.
  2. Zie Afbeelding 4. Druk op de modusschakelaar totdat de menuoptie PIN SETTING (pincode instellen) verschijnt. Druk op de tuimelschakelaar om deze menuoptie te selecteren.
  3. Voer de viercijferige pincode in.
    1. Op de kilometerteller verschijnen vier strepen. Druk op de tuimelschakelaar om het eerste cijfer van de pincode (in stappen) te verhogen. Na een korte pauze verschijnt op het scherm het volgende cijfer van de pincode.
    2. Herhaal dit voor de resterende drie cijfers van de pincode.
  4. OPMERKING
    Als de juiste pincode is ingevoerd, verschijnt kort het bericht CORRECT PIN (juiste pincode). Het bericht WRONG PIN (verkeerde pincode) verschijnt als een verkeerde pincode werd ingevoerd. Als de juiste pincode na 20 pogingen niet is ingevoerd, wordt het instelmenu automatisch afgesloten en de pincode wordt niet gewijzigd.
  5. Voer de nieuwe pincode in.
  6. Voer de nieuwe pincode opnieuw in om deze te bevestigen.
  7. OPMERKING
    Als de twee nieuwe pincodes niet met elkaar overeenkomen, zal het systeem u opnieuw vragen om de nieuwe pincode in te voeren (en nogmaals in te voeren ter bevestiging). Als de twee nieuwe pincodes na 20 pogingen niet met elkaar overeenkomen, wordt het instelmenu automatisch afgesloten en de pincode wordt niet gewijzigd.
  8. Er verschijnt een bevestigingsbericht als de nieuwe pincode is geaccepteerd.
  9. Het instelmenu gaat nu door naar de volgende menuoptie. Klik, om het instelmenu af te sluiten, op de modusschakelaar totdat de menuoptie Exit (afsluiten) verschijnt. Klik op de tuimelschakelaar om het instelmenu af te sluiten.
OPMERKING
  • Noteer uw pincode op de gebruikersregistratiekaart in deze handleiding.
  • Als u uw pincode kwijt bent geraakt of hebt vergeten, moet u Buell-dealer raadplegen.
Afbeelding 4. Wijzigen van de pincode
Instellen van de diefstalmodus
De diefstalmodus kan in drie verschillende standen worden ingesteld:
Zie Bedieningselementen en controlelampen → Diefstalmodi voor een gedetailleerde beschrijving van deze instellingen.
  1. Zet de contactsleutel in de ON-stand (aan), deactiveer het alarmsysteem en open dan het instelmenu door zowel de tuimel- als de modusschakelaar in te drukken en deze vijf seconden ingedrukt te houden.
  2. Zie Afbeelding 5. Druk op de modusschakelaar totdat de menuoptie THEFT SETTING (instellen diefstalmodus) verschijnt. Druk op de tuimelschakelaar om deze menuoptie te selecteren.
  3. De momenteel ingestelde diefstalmodus verschijnt. Klik op de tuimelschakelaar totdat de gewenste diefstalmodus verschijnt (ON, OFF of ASK). Klik op de modusschakelaar als de gewenste modus verschijnt.
  4. Als de ingestelde diefstalmodus is gewijzigd in ON AT KEY OFF (aan bij sleutel in off-stand [uit]), voer dan de huidige viercijferige pincode in.
    1. Op de kilometerteller verschijnen vier strepen. Druk op de tuimelschakelaar om het eerste cijfer van de pincode (in stappen) te verhogen. Na een korte pauze verschijnt op het scherm het volgende cijfer van de pincode.
    2. Herhaal dit voor de resterende drie cijfers van de pincode.
  5. OPMERKING
    Als de juiste pincode is ingevoerd, verschijnt kort het bericht CORRECT PIN (juiste pincode). Het bericht WRONG PIN (verkeerde pincode) verschijnt als een verkeerde pincode werd ingevoerd. Als de juiste pincode na 20 pogingen niet is ingevoerd, wordt het instelmenu automatisch afgesloten en de diefstalmodus wordt niet gewijzigd.
  6. De nieuwe diefstalmodus wordt geactiveerd en het instelmenu gaat door naar de volgende menuoptie. Klik, om het instelmenu af te sluiten, op de modusschakelaar totdat de menuoptie Exit (afsluiten) verschijnt. Klik op de tuimelschakelaar om het instelmenu af te sluiten.
Afbeelding 5. Instellen van de diefstalmodus
Wijzigen van de ingestelde eenheden
Het instrumentenpaneel kan zo worden geconfigureerd dat de informatie in de volgende reeks eenheden wordt weergegeven:
  1. Zet de contactsleutel in de ON-stand (aan), deactiveer het alarmsysteem en open dan het instelmenu door zowel de tuimel- als de modusschakelaar in te drukken en deze vijf seconden ingedrukt te houden.
  2. Zie Afbeelding 6. Druk op de modusschakelaar totdat de menuoptie UNIT SETTING (instellen van eenheden) verschijnt. Druk op de tuimelschakelaar om deze menuoptie te selecteren.
  3. De momenteel ingestelde eenheid verschijnt. Klik op de tuimelschakelaar totdat de gewenste eenheid verschijnt. Klik op de modusschakelaar om de gewenste eenheid te selecteren.
  4. Het instelmenu gaat nu door naar de volgende menuoptie. Klik, om het instelmenu af te sluiten, op de modusschakelaar totdat de menuoptie Exit (afsluiten) verschijnt. Klik op de tuimelschakelaar om het instelmenu af te sluiten.
Afbeelding 6. Wijzigen van de ingestelde eenheden
Wijzigen van de 12/24-uurs klokmodus
  1. Zet de contactsleutel in de ON-stand (aan), deactiveer het alarmsysteem en open dan het instelmenu door zowel de tuimel- als de modusschakelaar in te drukken en deze vijf seconden ingedrukt te houden.
  2. Zie Afbeelding 7. Druk op de modusschakelaar totdat de menuoptie CLOCK 12/24 (klok) verschijnt. Druk op de tuimelschakelaar om deze menuoptie te selecteren.
  3. De momenteel ingestelde klokmodus verschijnt. Klik op de tuimelschakelaar totdat de gewenste klokmodus verschijnt (12 HOUR or 24 HOUR; 12 uur of 24 uur). Klik op de modusschakelaar om de gewenste modus te selecteren.
  4. Het instelmenu gaat nu door naar de volgende menuoptie. Klik, om het instelmenu af te sluiten, op de modusschakelaar totdat de menuoptie Exit (afsluiten) verschijnt. Klik op de tuimelschakelaar om het instelmenu af te sluiten.
Afbeelding 7. Wijzigen van de klokmodus